BELLEN EN GEBELD WORDEN
Draai aan 5, 20 of 25 op de bediening bij het
stuurwiel om het gewenste pictogram te se-
lecteren en bevestig uw keuze door op 5, 20
of 22 te drukken. U kunt:
– hang op door 30 te selecteren;
– schakel het gesprek van uw audiosys-
teem door naar uw telefoon door 32 te
selecteren;
– zet een gesprek in wacht door 31 te se-
lecteren;
– haal een gesprek uit wacht door 29 te se-
lecteren.
– schakel het gesprek van uw telefoon over
naar uw audiosysteem door 34 te selec-
teren;
– bestuur het toetsenbord van uw telefoon
vanaf het audiosysteem door 33 te selec-
teren.
(3/3)
Opmerking: als u een oproep op de tele-
foon wilt beantwoorden, drukt u op 27 op
de bediening bij het stuurwiel of drukt u kort
op 18 of 21 op de bediening bij het stuur-
wiel.
Als u een oproep wilt weigeren, houdt
u 18, 21 of 27 ingedrukt.
Als u de oproep wilt beëindigen, drukt u kort
op 18, 21 of 27.
NL.29