Bedrijfs-LED
De groene LED geeft de actuele bedrijfstoestand van de com-
municatiecentrale aan:
• LED brandt: netspanning beschikbaar
• LED knippert: communicatie via RS-232
De LED is ook bij gemonteerd klemmendeksel zichtbaar.
Storings-LED
De rode LED naast de netaansluitklemmen (onder) geeft de ac-
tuele storingstoestand van de communicatiecentrale aan:
• LED brandt niet: geen storing aanwezig
• LED brandt: storing in één of meer Synco-apparaten
• LED knippert: interne storing is in de communicatiecentrale of
op digitale ingang aanwezig
De LED is ook bij gemonteerde klemmendeksel zichtbaar.
Programmeer-LED
De rode LED naast de Konnex-bus-aansluitklemmen (boven)
geeft aan of de communicatiecentrale zich in de adresseerstand
bevindt.
• LED brandt niet: normale stand
• LED brandt: adresseerstand
De LED dooft automatisch na overname van het apparatenadres
door ETS (EIB Tool Software).
De lichtdiode is ook bij gemonteerde klemmendeksel zichtbaar.
RS-232-schakelaar S1
Met deze schakelaar wordt geselecteerd of de RS-232 poort van
de communicatiecentrale via een modem (schakelaarstand
direct met een PC (schakelaarstand
Meldingenschakelaar S2
Met deze schakelaar wordt geselecteerd of storingen of systeem-
rapporten aan de meldingenontvanger worden afgegeven (scha-
kelaarstand
) of niet (schakelaarstand
Konnex-bus-toets
Door langer dan 6 seconden op deze knop te drukken wordt de
zoekprocedure gestart en daarmee het interne regelaaroverzicht
aangemaakt.
Zie hoofdstuk "Inbedrijfstelling", paragraaf "regelaaroverzicht
aanmaken", voor meer mogelijkheden voor het aanmaken van
het regelaaroverzicht.
Door een korte druk (<2 seconden), kan tussen de normale stand
en de programmeerstand voor de adressering via ETS worden
in- en omgeschakeld.
Modemreset-toets
Door de modemreset-toets langer dan 6 seconden in te drukken,
initialiseert het modem opnieuw. Aansluitend maakt de communi-
catiecentrale verbinding met de geparametreerde meldingenont-
vanger en geeft een systeemrapport af.
Toetsencombinaties
Gelijktijdig indrukken van de Modemreset- en Konnex-Bus-
toetsen (>6 seconden) zet de communicatiecentrale terug op
fabrieksinstelling.
Let op: De gehele configuratie en alle instellingen worden gere-
set. Het regelaaroverzicht en de niet verzonden meldingen
worden gewist.
Inbedrijfstelling
Aanwijzingen:
• Bij gebruik met een PC: bij directe verbinding via RS-232 met
een PC moet altijd een standaard-nulmodem tussen de beide
apparaten worden gebruikt.
• De instellingen in de paragraaf "Overige instellingen via instal-
latie-bediensoftware ACS7..." kunnen ook vooraf worden uit-
gevoerd.
Voorbereidingen
1.
Voedingsspanning nog NIET inschakelen.
2.
Klemmendeksels, indien aanwezig, verwijderen.
3.
Bedrading volgens aansluitschema controleren.
4.
De RS-232-schakelaar S1 dient vóór de inbedrijfstelling in
de stand
staan (directe communicatie via RS-232 met
een PC).
10/30
11.02.2008
) of
) wordt verbonden.
).
G3117xx
74 319 0389 0 b
5.
Meldingenschakelaar S2 dient vóór de inbedrijfstelling in
de stand
staan (geen meldingen via RS-232 afgeven).
6.
Klemmendeksel van de netzijde, indien noodzakelijk, weer
aanbrengen.
7.
Voedingsspanning inschakelen.
Regelaaroverzicht aanmaken
Uit de volgende mogelijkheden kan worden gekozen:
• tenminste 6 seconden op de Konnex-bus-toets drukken
• zoekprocedure of parametrering met de installatie-
bediensoftware ACS7... direct via de PC en RS-232
• zoekprocedure of parametrering met de installatie-
bediensoftware ACS7... via de servicetool OCI700 over de
Konnex-bus
• zoekprocedure of parametrering met de installatie-
bediensoftware ACS7... via modem vanaf het bedienstation
Aanwijzingen:
• Het aanmaken van het regelaaroverzicht met behulp van de
zoekprocedure wordt alleen aanbevolen wanneer het aantal
Synco-apparaten niet meer is dan het aantal dat maximaal op
de communicatiecentrale mag worden aangesloten (afhankelijk
van het type communicatiecentralentyp is dat 4, 10 of 64)
• Noch de communicatiecentrale noch de servicetool OCI700
voeden de bus. Om een verbinding mogelijk te maken, moet
zich altijd teminste één voedende Synco regelaar of een cen-
trale bus-voeding op de bus bevinden.
• Tot aan het einde van de zoekprocedure brandt de bedrijfs-
aanduiding (groene LED) niet; aansluitend brandt deze drie-
maal gedurende korte tijd.
Overige instellingen via installatie-bediensoftware ACS7...
De navolgende instellingen moeten met behulp van de installa-
tie-bediensoftware ACS7... via de RS-232-interface of via de
servicetool OCI700 via de Konnex-bus worden uitgevoerd:
• Communicatiecentrale
−
Taal*
−
Telefoonnummer installatie*
−
Installatienaam*
−
Codenummer*
• Communicatie – Konnex:
−
Regelaaradres
−
Klokfunctie*
−
Klokslave-verstelbaar*
• Communicatie – modem:
−
Modemtype*
−
Baudrate RS-232*
−
Commando's voor modemcommunicatie*
• Meldingenontvanger:
−
Modem meldingsinterval*
−
Modem meldingsherhaling*
−
Ontvangertype
−
Telefoonnummer centrale**
−
Telefoonnummer ontvanger**
−
Prefix**
−
Hardware-instellingen**
−
Weergaveformaat**
• Storingen:
−
Rusttoestand
−
Tekst storingsingang*
−
Tekst voor: Geen storing
−
Tekst voor: Storing
−
Storingsprioriteit
−
Meldingsverwerking
−
Meldingenactivering
• Systeemrapport:
−
Meldingenontvanger
−
Meldtijd
−
Meldsyclus
• Teksten*
* facultatief
** afhankelijk van ontvanger
Afsluiting van de inbedrijfstelling
1.
Indien de communicatiecentrale zich in de programmeer-
stand bevindt (programmeer-LED brandt) moet zij naar de
normaal stand worden omgeschakeld.
Building Technologies