10-498
2. MONTAGE
Om de camera met de videozender te verbinden moet u de kern van de coaxkabel (75Ω)
voor het videosignaal op klem V (Video IN) aansluiten. De afscherming van de coaxkabel
moet aan de massa ⊥ (Video IN) gehangen worden.
Klem 12V (camera) is een 12V DC-uitgangsklem. Gebruik deze samen met de massa ⊥ om
een externe camera (12V DC; max. 250mA) te voeden. (Zie aansluitschema pag.4)
Voor camera's waarbij de voeding andere specificaties vertoont, dient u zelf voor een
voeding te zorgen.
3. WERkING EN GEBRuIk
Als de videozender correct aangesloten is, kan hij onmiddellijk gebruikt worden om het beeld
van een externe camera naar het systeem te sturen. Programmering is niet nodig. U kan
het beeld continu op een monitor of tv laten verschijnen met de video-ontvanger (10-499)
of u kan het tijdelijk oproepen via een videobinnenpost.
In combinate met een audiobuitenpost
Indien de videozender in combinatie met een audiobuitenpost wordt gebruikt, verschijnt
het beeld op de videobinnenpost na een oproep aan de buitenpost.
Als extra camera bij een videobuitenpost
Indien u een externe camera wil gebruiken samen met een videobuitenpost, moet u deze met
de videozender aansluiten op een videoswitcher 10-823 (zie handleiding 10-823).
4. TECHNISCHE GEGEVENS
Voedingsspanning: ..............+24V DC
Afmetingen (in mm): ............H51 x B51 x D22
Gewicht: .............................33g
Bedrijfstemperatuur: ............-20 tot 50°C
Max. stroomafname: ...........300mA
Uitgang voor camera: ..........12V DC; max. 250mA
Ingangsimpedantie: .............75Ω
Uitgangsimpedantie: ............100Ω (symmetrisch)
Regelbereik (versterking): ....-3 tot +9dB
Opgelet: gebruik een 75Ω-coaxkabel en 75Ω-connector om een optimale beeldkwaliteit
te garanderen!
2
NL