NL
De cardiotrainingsfase wordt, afhankelijk van de inspanning, toegewezen
aan het aërobe of anaërobe trainingsbereik. Deze bereiken zijn als volgt
gedefinieerd:
Aërobe trainingsbereik
In deze zone verbetert u de bloedsomloop en verbrandt u vet.
Ondanks de lichte inspanning met verhoogde hartslag, diepere ademhaling,
warmte en lichte zweten, heeft u niet het gevoel dat u zich erg in moet
spannen, uw ademhaling is niet veel sneller zodat u nog steeds met iemand
een gesprek kunt voeren zonder buiten adem te raken en heeft u het gevoel
dat u dit langere tijd vol kunt houden zonder daadwerkelijk moe te worden. Het
is alsof u vlot en met lichte tred bergopwaarts marcheert.
De spieren en het hart werken intensiever en kunnen het grootste deel van
uw energiegebruik met gebruik van zuurstof uit de aërobe energieproductie
halen. De anaërobe energieproductie is weliswaar in mindere mate ook actief,
maar slechts in zoverre dat alle daardoor geproduceerde melkzuren gelijk
weer afgebroken kunnen worden. In dit aërobe trainingsbereik dient u het
merendeel van uw training te doen.
Wanneer u de belasting vergroot, komt u ergens aan een grens waar de op
zuurstof gebaseerde energiewinning niet meer in staat is de energieproductie
te vergroten zodat de anaërobe energiewinning in versterkte mate moet
aanvullen. U gaat nu over in het anaërobe trainingsbereik.
Anaërobe trainingsbereik
In deze zone verbetert u uw capaciteit en uw snelheid. Zodra u uw training
in deze fase nogmaals intensiveert wordt de beweging inspannender door
het toenemende lactaatgehalte, begint men sterker te zweten, wordt de
ademhaling sneller en na een variërende tijdsduur, afhankelijk van de conditie,
raken de spieren vermoeid, begint men zich uitgeput te voelen en kan men niet
meer op hetzelfde niveau verder gaan.
115