Trix MINITRIX 160 Serie Mode D'emploi page 5

Informations concernant la locomotive réelle
C'est en 1960 qu'ont été mis en service les premiers exem-
plaires de présérie de la locomotive V 160 que les cheminots
avait baptisée «Lollo» à cause de ses rondeurs. Quant à
la production en série des V 160 à la typique carrosserie
anguleuse, elle n'a démarré qu'en 1964.
La série V 160 était une réalisation commune des firmes
Krupp et BZA München. Il était prévu qu'elle possède deux
moteurs de 800 CV, ce qui explique la désignation de V 160.
Cependant, on décida rapidement de l'équiper de moteurs à
16 cylindres fabriqués par Daimler-Benz, MAN et Maybach.
Pour des raisons d'économie de poids, les responsables
optèrent également pour une transmission hydraulique.
L'équipement intégré permettait l'utilisation de cette loco-
motive tant en réversibilité qu'en double traction.
Disposition d'essieux
Longueur hors tampons
Vitesse maximale
Poids en ordre de marche
Puissance nominale
Construction à partir de
B'B'
16 000 mm
120 km/h
74 t
1400 kW (1900 CV)
1960
Informatie van het voorbeeld
In 1960 werden de eerste protolocomotieven van de serie
V 160, die door hun rondingen ook als "Lollo" aangeduid
werden, in dienst gesteld. De serieproductie, met de voor de
V 160 typische hoekige huis, geschiedde vanaf 1964.
De BR V 160 was een gemeenschappelijke ontwikkeling
van de firma Krupp en het BZA München. Ze was met twee
800 pk sterke motoren gepland, wat tot de aanduiding V 160
leidde. Er werden echter als snellopende 16-cilindermo-
toren van de fabrikaten Daimler-Benz, MAN en Maybach
ingebouwd. Om redenen van gewicht besloot men tot de
gewichtssparende hydraulische aandrijving.
De ingebouwde regeling stond zowel de inzet in het keer-
treinbedrijf als in dubbeltractie toe.
Asindeling
Lengte o. buffers
Maximumsnelheid
Dienstmassa
Continu vermogen
Bouwjaar vanaf
B'B'
16 000 mm
120 km/h
74 t
1400 kW (1900 pk)
1960
5