1.3
Veiligheidsmaatregelen
Bij het gebruik van het apparaat dienen de volgende regels in acht te worden genomen.
1. Tijdens het gebruik wordt het apparaat zeer heet.
2. Verplaats het apparaat niet wanneer het met melk en heet water (In de mantel) Is gevuld.
3. Omdat melk een bederfelijk product is, moet men dit niet langer dan strikt noodzakelijk in
het reservoir Iaten zitten.
4. Maak het melkreservoir en alle delen die met de melk in aanraking komen na ieder gebruik
goed schoon (HYGIËNE).
NL
NL
5. Blijf tijdens onderhoudswerkzaamhe den, zoals reinigen e.d. in de buurt van het apparaat.
6. Het apparaat mag nooit in water worden ondergedompeld.
7. Was na gebruik van een sterk reinigings middel de handen .
8. Neem bij het installeren de plaatselijk geldende regels en normen in acht.
9. Het apparaat dient elektrisch goed geaard te worden.
10. Er blijft normaal altijd water in het appa raat achter, houd hier rekening mee als het
apparaat in een ruimte geplaatst wordt waar de temperatuur beneden 0°C kan dalen.
11. Wanneer het apparaat voor langere tijd niet wordt gebruikt of in geval van een defect, is
het aan te bevelen de stekker uit het stopcontact te halen.
12. Laat alle reparatiewerkzaamheden over aan een erkend vakman.
2. Installatie en in gebruik nemen
Neem bij het installeren en in gebruik nemen van de melkwarmer de waarschuwingen zoals
gegeven in "1.3 Veiligheidsmaatregelen" (punt 2, 8, 9, 10 en 12) in acht.
2.1
Installatie gegevens
Plaats de melkwarmer op een stevige vlakke ondergrond. Zorg er hierbij voor dat de stekker in
het stopcontact gestoken kan worden.
Aan de melkwarmer is standaard een snoer met een aangegoten stekker bevestigd. Indian
deze stekker is voorzien van een ingebouwde zekering (13A) dan mag deze nooit worden
gebruikt als het beschermkap van de zekering niet is aangebracht.
In het geval dat de gemonteerde stekker niet in uw stopcontact past, moet deze er afgeknipt
worden en door een passende stekker vervangen worden. De verwijderde stekker moet
weggegooid worden, omdat deze gevaar kan opleveren indien hij in een stopcontact wordt
gestoken.
Voor het aanbrengen van een nieuwe stekker moeten de volgende aanwijzingen in acht
genomen te worden.
1. De groen/geel gekleurde ader (aarde) moet aangesloten worden aan de klem die gemerkt
is met de letter E, het aarde symbool ( ) of die groen of groen/geel gekleurd is.
2. De blauw gekleurde ader (nul) moet aangesloten worden aan de klem die ge merkt is met
de letter N of O of die zwart gekleurd is
3. De overgebleven bruine of zwarte ader moet aangesloten worden aan de Idem die gemerkt
is met de letter L, F of P of die rood gekleurd is.
BELANGRIJK
► Bij het 3 aderige netsnoer zijn de aders volgens de onderstaande codes gekleurd:
20
groen en geel
blauw
bruin of zwart
• aarde
• nul
• fase