Télécharger Imprimer la page

Niko 350-20054 Mode D'emploi page 4

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

350-20054 / 350-20055
3.2.4. Detectiegebied
Als de aanwezigheidsmelder gemonteerd is op een hoogte van 2,5 m, detecteert het beweging tot een diameter van 20 m
en binnen een zone van 360°. Deze aanwezigheidsmelder heeft een lensgebied met een diameter van 5 m en meer dan
618 velden, wat een optimale waarneming van zelfs de kleinste lichaamsbewegingen garandeert.
Als je in een deel van het detectiegebied geen bewegingsdetectie wilt, dek je de lens van de sensor af met het bijgeleverde
afschermmasker. Zo kun je de maximale reikwijdte van 20 m verminderen tot 12 m, 5 m of 3 m. De detectiehoek van 360°
kun je verminderen in stappen van 45° (fig. 7).
4. ONDERHOUD
Vuil kan de werking van de aanwezigheidsmelder beïnvloeden. Houd daarom de lens altijd schoon en droog. Gebruik een
vochtige doek en water met weinig detergent om de lens te reinigen. Oefen nooit druk uit op de lens tijdens het reinigen.
Als de lens of andere onderdelen van de aanwezigheidsmelder defect zijn, moet de aanwezigheidsmelder vervangen
worden.
5. PROBLEEMOPLOSSING
Probleem
De verlichting/ventilator schakelt
niet aan.
De verlichting/ventilator schakelt
niet uit.
Na instelling van de luxwaarde blijft
de aanwezigheidsmelder permanent
aangeschakeld, ongeacht de instelling.
4
Oorzaak
Interne foutmelding.
Defecte lamp/ventilator.
Foutieve bedrading.
Er is geen voedingsspanning op de
sensor.
Foutief ingestelde luxwaarde.
Te hoog ingestelde
uitschakelvertraging.
De aanwezigheidsmelder detecteert
nog beweging.
Schommelingen in de
voedingsspanning.
De aanwezigheidsmelder is onderhevig
aan temperatuurschommelingen.
Interne foutmelding.
Oplossing
Schakel de netspanning ten minste
vijf seconden uit en schakel de
netspanning vervolgens opnieuw in.
Test of de lamp/ventilator zelf nog
werkt.
Controleer de bedrading met het
aansluitschema.
Controleer of de voedingsspanning op
de sensor aanwezig is.
Controleer of de luxwaarde ingesteld is
op de gewenste lichtsterkte.
Controleer of de uitschakelvertraging
niet te hoog ingesteld is (via de
TIME-knop).
Verlaat het detectiegebied zodat de
aanwezigheidsmelder niet in werking
kan treden.
Controleer of de voedingsspanning
constant is.
Controleer of de aanwezigheidsmelder
niet gericht is op een voorwerp dat
temperatuurschommelingen kan
veroorzaken, zoals airconditioning of
een verwarmingsinstallatie.
Schakel de netspanning ten minste
vijf seconden uit en schakel de
netspanning vervolgens opnieuw in.
NL

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

350-20055