Contactgeluiddetector GM565
Montage
Toepassing
De contactgeluiddetector GM565 is geschikt voor het controleren van safes,
brandkasten en kluizen op inbraken met alle tegenwoordig bekende gereedschap-
pen zoals diamantboren, hydraulische persen, snijbranders en het gebruik van
springstoffen.
Werking
Bij het bewerken van harde materialen als beton, staal of kunststof pantseringssys-
temen ontstaat er een versnelling van massadeeltjes. Daardoor ontstaan er me-
chanische trillingen die zich als contactgeluid in het materiaal voortplanten. De star
met het te beveiligen object verbonden sensor van de contactgeluiddetector vangt
deze trillingen op en zet ze om in elektrische signalen. De elektronica van de detec-
tor analyseert deze signalen in een speciaal, voor inbraakwerktuigen typisch fre-
quentiebereik en stelt via een relaiscontact een alarm in werking.
De instelbare detectiegevoeligheid en de regelbare aanspreektijd maken het mo-
gelijk om de GM565 in te zetten voor alle bekende beveiligingstoepassingen, zoals
bijv.:
– safes
– kluismuren
– modulaire kluizen
– kluisdeuren
– geldautomaten
– lichtmetalen constructies (LWS)
(kunststof pantseringssystemen)
Aanspreekbereik afb. 1 + 2
Het door een detector gecontroleerde oppervlak van een mechanische hindernis
(kluismuur of brandkastwand) noemen we aanspreekbereik. Het aanspreekbereik
is sterk afhankelijk van het materiaal van het te controleren object. Op basis van
praktische ervaring geldt voor staal en gewapend beton een aanspreekbereik van
«r» = 4m (afb. 1).
Het aanspreekbereik van detectors op kluismuren kan zich ook uitstrekken tot
een deel van het plafond of de bodem, wanneer het vlechtijzer goed aansluit. In
dergelijke gevallen wordt de aanspreekstraal gereduceerd tot ¾ van het inge-
stelde bereik (afb. 2).
Voegen tussen twee materialen veroorzaken altijd een demping van de over-
dracht van de contactgeluiden. Voorzie daarom altijd zowel de deuren als de
wanden van detectors. Dit geldt ook voor toegangs-deuren tot kluizen.
Bij gebruik in modulaire kluizen s.v.p. de richtlijnen (pagina 2) voor modulaire klui-
zen in acht nemen.
Controle van grote oppervlakken afb. 3 + 4
Reken om de planning op grote oppervlakken te vereenvoudigen het cirkelvormige
aanspreekbereik om in een vierkant.
Om een oppervlak voor 75% te controleren, bedraagt de diameter in het vierkant
2
8m x 8m = 64m
(afb. 3).
Om een oppervlak voor standaard te controleren, dienen de vierkanten binnen
de cirkels te vallen: 6m x 6m = 36m
Natuurlijk kunnen ook tussenwaarden worden gekozen. Meerdere detectors
beïnvloeden elkaar onderling niet.
Openmaken van de detector afb. 5 + 6
De GM565 is voorzien van een dubbele behuizing. Deze extra zorgvuldige inkap-
seling in twee kamers geeft de detector een buitengewoon goede bescherming te-
gen elektromagnetische invloeden en tegen onbedoelde of kwaadwillige beschadi-
gingen.
Draai de schroefjes aan de voorkant van de detector los en verwijder het metalen
deksel (afb. 5).
Klap door voorzichtig te trekken het huis van het elektronisch gedeelte open (afb.
6).
De contactgeluidsensor is nu toegankelijk. Gebruik uitsluitend de voorgemon-
teerde kruisschroefjes M4 x 8mm om de detector te bevestigen.
Belangrijk! De drie verzegelde bevestigingsschroeven van de detector mogen in
geen geval los worden gedraaid.
Directe montage op staal afb. 7 – 9
Op staalplaten met een glad oppervlak kan de detector direct worden gemonteerd.
Let er daarbij op dat alle verfresten tussen het stalen oppervlak en de contactge-
luiddetector volledig zijn verwijderd en het montage-oppervlak een vlakheid van
<0,1mm heeft. Is dit niet mogelijk, dan dient het montageplaatje GMXP0 te worden
gebruikt.
Maak de montageplaats voor de contactgeluidsensor vrij van verfresten (afb. 7).
Plak het montagesjabloon op en center de boorgaten (afb. 8).
Boor drie gaten van f 3,2mm en snij een min. 6mm diepe M4-draad. Boorgaten
afbramen (afb. 9).
Monteer de detector. Gebruik geen siliconenvet tussen de contactgeluidsensor
en het object!
Indirecte montage met het montageplaatje GMXP0 afb. 10 – 13
Bij niet vlakke en geharde stalen platen moet het montageplaatje GMXP0 worden
opgelast.
Verwijder de verfresten in de buurt van de lasplaats (afb. 10).
Op de voorkant van het montageplaatje moet het lassymbool zichtbaar zijn (afb.
11).
Bevestig het montageplaatje op vier punten. Let op de juiste positie (afb. 12).
Breng de lassen aan, klop slakken eraf en verwijder lasspetters van het plaatje
(afb. 13).
Monteer de detector. Gebruik geen siliconenvet tussen de contactgeluidsensor
en het montageplaatje!
Montage op beton met het montageplaatje GMXP0 afb. 14
De detector mag niet direct op een ruw of gestuct betonoppervlak worden gemon-
teerd, omdat door de buigingskrachten de contactgeluidsensor zou kunnen wor-
den beschadigd. Stucwerk van minder dan 10mm hoeft niet te worden verwijderd.
1235e_A4
2
(afb. 4).
Boor in het midden een gat van tenminste 50mm diep met een hardmetalen boor-
tje van f 10mm.
Sla een metalen plug in het gat tot deze gelijk ligt aan het betonoppervlak (afb.
14). Gebruik uitsluitend metalen pluggen!
Let op de juiste positie van het montageplaatje! Druk het plaatje op het oppervlak
en draai de schroef stevig aan. Het plaatje mag niet meer verdraaid kunnen wor-
den.
Monteer de detector. Gebruik geen siliconenvet tussen de contactgeluidsensor
en het montageplaatje!
Inbouwmontage met de muurinbouwset GMXW0 afb. 15 – 17
Boor een gat van f 9mm in het hout. Bevestig het muurinbouwsetje met draadeind
en vleugelmoer (afb. 15). Druk de installatieleidingen door het schuimstof blok.
Schroef na het verwijderen van het hout het draadeind eruit, krab het schuimstof
blok eruit en snij de installatieleidingen af (afb. 16).
Monteer de detector. Gebruik geen siliconenvet tussen de contactgeluidsensor
en het montageplaatje!
Monteer het afdekplaatje (afb. 17).
Kabelgeleiding in muurdoos en vloerdoos afb. 18
Leg de kabel met een reservelus in de doos. Houd al bij het doortrekken rekening
met de benodigde kabellengte (afb. 18).
Montage in de vloerdoos GMXB0 afb. 19 – 21
Voor de montage van de vloerdoos GMXB0 is een uitsparing met een diepte van
80mm en een oppervlakte van tenminste 300 x 300mm noodzakelijk (afb. 19).
Houd deze uitsparing bij het gieten van de vloer vrij met het schuimstof blok
GMXBS0.
De mechanische en akoestische verbinding van de detector met de betonnen vloer
wordt gemaakt door twee in metalen pluggen gedraaide draadeinden M6 x 100mm.
Plaats de vloerdoos met behulp van de moeren van de twee draadeinden water-
pas. Draai voor de definitieve bevestiging de contramoeren stevig vast (afb. 20).
Steek de installatieleidingen door de pakkingmoffen. Giet de uitsparing vol met
dunvloeibaar beton. Trek de kabels door en kit de invoeropeningen goed af tegen
vocht (afb. 21).
Monteer de detector. Gebruik geen siliconenvet tussen de contactgeluidsensor
en het vloerdoosje!
Monteer het afdekplaatje. Snij parket of vloerbedekking op maat en plak het op
het afdekplaatje.
Nachtkluizen afb. 22
Bij het inwerpen van geldcassettes in de nachtkluis ontstaan gedurende korte tijd
intensieve contactgeluiden. Deze kunnen door de volgende voorzieningen worden
gereduceerd (afb. 22):
Een voeg tussen inworpschacht en nachtkluis
Geluidsisolatie tussen inworpschacht en nachtkluis
Coating op de inworpklep en de binnenkant van de nachtkluis van geluiddem-
pend materiaal
Gebruik van kunststof cassettes.
Programmering afb. 23
S
= stekker voor testzender (optie GMXS1)
K
= extra klemmen (optie IRKL3)
SW = DIP-switches voor de volgende instellingen
Kies na het openen van het huis van de detector de betreffende instellingen met
behulp van de DIP-schakelaars.
Modes
SW1
Polariteit vor TEST
SW2
Aanspreektijd
SW3
Gevoeligheid A – D
SW4
SW5
Type materiaal
SW6
LED storingssignalgeheugen
SW1 Polariteit van Stuursignaal TEST afb. 23
Functietest van de contactgeluiddetector alleen samen met de testzender GMXS1.
Belangrijk: open besturingsingang is HIGH (interne «Pull-up»-weerstand).
Bij de aansturing met actief HIGH, weerstand (ca. 2 kΩ) op 0V schakelen.
Bij TEST AAN wordt de controle op een correcte werking uitgevoerd en een positief
testresultaat op al.relais en el.alarmuitgang gegeven (gelijk aan alarm).
Stuursignaal bij TEST AAN
HIGH (+12V)
LOW (0V)
SW2 Aanspreektijd afb. 23
Standaard: normale aanspreektijd voor standaard toepassingen.
Vertraagd: verdubbelde aanspreektijd ter vertraging van storingen van automati-
sche cassette-uitvoermechanismen, geldautomaten en bij objecten met een lange
doorbraaktijd.
SW3 en SW4 Gevoeligheidsinstelling afb. 23
Afhankelijk van de toepassing, het materiaal en het object met bij bijbehorende sto-
ringsgeluiden wordt de gevoeligheidsinstelling gekozen (afb. 23).
Belangrijk: de detectieradius wordt minder met de reductie van de gevoeligheid.
Belangrijk: controleer bij inbedrijfstelling altijd op functionele geluiden (zie "Inge-
bruikneming").
Extra gevoeligheidsreductie
Een extra gevoeligheidsreductie is mogelijk bij applicaties (r max. 1m) die externe
storingen veroorzaken (continue integratie aan TEST PT, klem 9), bijvoorbeeld
geldautomaten of kluisdeuren met een mechanisch tijdslot.
ON
OFF
low
high
standard
vertraagd
afb. 23 en
afb. 23 en
"Geadviseerde instelling"
standard:
LWS:
beton-staal
kunststof pantsering
aan
uit
SW1
OFF
ON
p15