Bereid de werkplaats voor waar de machine
moet staan. Zorg voor voldoende ruimte zodat
de machine veilig en zonder storingen kan wer-
ken. De machine is ontworpen voor gebruik in
gesloten ruimtes en moet op een effen en vaste
ondergrond stabiel opgesteld worden. De sta
De volgende aanbevelingen zijn voorbeelden
voor het veilige gebruik van bandzagen.
De volgende veilige werkmethodes worden
als een bijdrage tot de veiligheid bes-
chouwd, maar kunnen niet voor elke afzon-
derlijke toepassing geschikt zijn of helemaal
toegepast worden. Ze kunnen niet alle moge-
lijke gevaarlijke toestanden behandelen en
moeten zorgvuldig geïnterpreteerd worden.
• Bij het werken in gesloten ruimtes de machine
aan een afzuiginrichting aansluiten. Bij het
industrieel gebruik moet een afzuiger gebruikt
worden die voldoet aan de industriële voor-
schriften.
• Als de machine buiten gebruik is, b.v. na de
werkzaamheden, moet de zaagband ontspan-
nen worden. Laat een berichtje na voor het
spannen van de zaagband voor de volgende
gebruiker van de machine.
• Niet gebruikte zaagbanden samen en veilig op
een droge plaats bewaren. Voor het gebruik
op defecten (tanden, scheuren) controleren.
Zaagbanden met defecten niet gebruiken!
• Draag veiligheidshandschoenen als u met de
zaagbanden werkt.
De geïnstalleerde electromotor
NL
is klaar voor gebruik aangesloten.
De netaansluiting bij de klant en het gebru-
ikte verlengsnoer moeten aan de geldige
voorschriften voldoen.
Aansluitingen en reparaties van de elec-
trische uitrusting mogen alleen door de
electrovakman worden doorgevoerd.
Belangrijke opmerking
De electromotor is uitgevoerd voor de bedrijfs-
soort S 1 / 40 %.
Bij overbelasting van de motor wordt deze au-
tomatisch uitgeschakeld. Na een afkoelperiode
(van tijd tot tijd ver schillend) kan de motor weer
worden ingeschakeld.
Beschadigde
electro-aansluitings-kabels
Aan electrische aansluitingskabels ontstaan
vaak isola tie schaden. Oorzaken zijn:
1. Kneuzingen, als de aanslutingskabel door
venster- of deurkieren geleid wordt.
Ombouw-, instel-, meet- en reinigingswerk
zaamheden enkel uitvoeren als de motor
uitgeschakeld iso Stekker uittrekken en
wachten tot de zaagband stilstaat.
Als vakman kunt u kleine reparaties aan de
machine zelt uitvoeren.
Reparatie- en onderlloudswerkzaamhe-
den aan de elektrische installatie mogen
enkel door een elektrotechnicus uitgevoerd
worden. Alle beschermings- en veiligheid-
sinrichtingen moeten na de reparatie- en
onderlloudswerkzaamheden on middellijk
opnieuw gemonteerd worden.
Opstellen
biliteit wordt gegarandeerd doordat de machine
met 4 bauten op de vloer wordt bevestigd.
Om de pallet op te tillen zijn minstens 2 perso-
nen nodig. Vanuit de werkpositie de machine
naar links kantelen en de pallet naar rechts
uittrekken.
Werkvoorschriften
• Voor u begint te werken moeten alle bescher-
mings- en veiligheidsinrichtingen aan de
machine veilig gemonteerd zijn.
• Reinig de zaagband of de zaagbandgeleiding
nooit met een borstel of een schraper die u
met de hand vasthoudt terwijl de zaagband
loopt. Zaagband met harsaanslag brengen de
werkveiligheid in gevaar en moeten regelmatig
gereinigd worden.
• Tot uw persoonlijke veiligheidsuitrusting horen
een veiligheidsbril en een oorbescherming. Bij
lang haar een haarnet dragen.
Losse mouwen tot boven de ellebogen oprol-
len.
• Tijdens het werken de zaagbandgeleiding
altijd zo dicht mogelijk tegen het werkstuk
plaatsen.
• Zorg voor voldoende verlichting in het werkbe-
reik en in de omgeving van de machine.
• Gebruik voor rechte snedes altijd de lengtea-
anslag om het kantelen of wegglijden van het
werkstuk te verhinderen.
• Voor het bewerken van smalle werkstukken
met handvoeding de schuifstok gebruiken.
• Voor schuine snedes de zaagtafel in de pas-
sende stand brengen en het werkstuk aan de
Electrische aansluiting
2. Knikken door onjuiste bevestiging of geleiding
van de aansluitingskabel.
3. Sneeën door over de aansluitingskabel heen
te rijden.
4. Isolatieschaden door het uitrukken uit het
stopcontact.
5. Scheuren door veroudering van de isolatie.
Zulke beschadigde electro-aansluitings-
kabels mogen niet ge bruikt worden en zijn
door de isolatischaden Ievensgevaar Iijk.
Electrische aansluitingskabels regelmatig op
schaden controleren. Let u er op, dat tijdens
het controleren de aan sluitingskabel niet op het
stroomnet is aangesloten.
Electrische aansluitingskabels moeten aan de
voor uw land geldende bepalingen voldoen.
Wisselstroommotor
1. De netspanning moet overeenkomen met de
gegevens op het typeplaatje van de motor.
2. Verlengsnoeren moeten bij een lengte van
25 m een doorsnede van 1,5 mm2 hebben,
bij een lengte van meer dan 25 m ten minste
2,5-mm2.
3. De netaansluiting heeft een zekering van 16
A traag.
Onderhoud
We raden u het volgende aan:
• De draaielementen van de tafel, de zaag-
bandspaninrichting alsook de geleiding van de
snijhoogteverstelling moeten altijd soepellopen.
Behandel die delen zonodig met een glijdspray.
• De zaagband regelmatig reinigen. Hout laat
harsresten achter die op de zaagband plakken
en de werkveiligheid alsook het werkverloop
behinderen.
• Het tafeloppervlak moet altijd harsvrij ge-
houden worden.
• Om de zaagband of de tafel te reinigen geen
licht ontvlambare of schadelijke dampen
40
lengteaanslag geleiden.
• Voor het snijden van zwaluwstaarten en
zwaluwstaartachtige pennen of van wiggen
de zaagtafel telkens in de plus- en minpositie
draaien.
Let op een veilige werkstukgeleiding.
• Bij boogvormige en onregelmatige snedes het
werkstuk met beide handen – vingers tegen
elkaar – gelijkmatig vooruit schuiven. Met de
handen het werkstuk op een veilige plaats
vasthouden.
• Voor het herhaaldelijk uitvoeren van boogvor-
mige, onregelmatige snedes een hulpsjabloon
gebruiken.
• Bij het snijden van rondhout het werkstuk
tegen het verdraaien beveiligen.
• Voor het veilig werken bij dwarssnedes het
speciale toebehoren dwarssnijkaliber gebru-
iken.
• Voor het veilig werken bij snedes van ronde
platen het speciale toebehoren cirkelsnijin-
richting gebruiken.
Draaistroommotor
1. De netspanning moet overeenkomen met de
gegevens op het typeplaatje van de motor.
2. De netaansluiting en het verlengsnoer moe-
ten 5 aders hebben = 3 fases + nulleiding +
beschermleiding.
3. Verlengsnoeren moeten een minimale doors-
nede van 1,5 mm2.
4. De netaansluting moet een zekering van
maximaal 16-A hebben.
5. Bij de aansluiting op het net of bij verande-
ring van stand plaats moet de draairichting
worden gecontroleerd; eventueel moet de
polariteit worden ver wisseld.
Bij vragen a.u.b. de volgende gegevens aan-
geven:
1. fabrikant van de motor
2. stroomsoort van de motor
3. gegevens van het typeplaatje van de machine
4. gegevens van het typeplaatje van de scha-
kelaar
Bij het terugzenden van de motor altijd de
volledige aan drijvingseenheid met scha-
kelaar opsturen.
ontwikkelen de reinigings- of oplosmiddelen
gebruiken. Gebruik enkel het speciale harsver
wijderaar- concentraat
• Zaagband regelmatig op fouten controleren.
Defecte zaagbanden onmiddellijk vervangen.
• De zaagtafelinleg controleren. Uitgelopen
zaagta" felinleg vervangen.
• De rubberen wielband van de bandwielen
De rubberen wielband op de bandwielen raakt
door de metalen zaagband gescheurd en vers-
leten Een precieze loop van de zaagband is
hierdoor niet meer mogelijk. De werkveiligheid
alsook het werkverloop wordt behinderd.