Storingscodes - Ferroli OMNIA M 3.2 Manuel D'installation Et D'utilisation

BEDRIJFSPARAMETER
VENTILATORSNELHEID 600 R/MIN
IDU-DOELFREQUENTIE
FREQUENTIE BEPERKT TYPE
VOEDINGSVOLTAGE
DC GENERATRIX VOLTAGE
DC GENERATRIX STROOM
ADRES
De parameter voor het stroomgebruik (POWER CONSUM.) is van tevoren vastgesteld. Een aantal parameters worden
niet gebruikt in het systeem en zijn aangegeven met "--" als parameter.
De capaciteit van de warmtepomp is alleen ter referentie en wordt niet gebruikt om het vermogen van het apparaat te
beoordelen. De nauwkeurigheid van de sensor is ±1 ℃ .
De stroomsnelheidsparameters worden berekend volgens de pomploop parameters. De afwijking is verschillend bij
verschillende stroomsnelheden. De maximale afwijking is 25%.

13.4 Storingscodes

Wanneer een veiligheidsvoorziening wordt geactiveerd, wordt er een storingscode op het bedieningspaneel weergegeven.
Zie de onderstaande tabel voor een lijst van alle storingen en corrigerende maatregelen.
Reset de veiligheidsvoorziening door het apparaat UIT en IN te schakelen.
Neem contact op met uw lokale dealer als het resetten van deze veiligheidsvoorziening mislukt.
STORINGS- STORING OF
CODE BEVEILIGING
Storing van
waterstroomschakelaar
(E8 werd 3x
weergegeven)
Fase-uitval of de
volgorde van de nul- en
fasedraad zijn omgekeerd
aangesloten
Communicatiestoring
tussen het
bedieningspaneel en de
hoofdbesturingskaart van
de hydraulische module
Storing van
uitlaatwatertemp.sensor
(T1).
Watertank
temperatuursensor (T5)
storing.
142
NL
#01 BEDRIJFSPARAMETER
TW_O PLATE W-OUTLET TEMP. 35°C
46 Hz TW_I PLATE W-INLET TEMP.
5 T2 PLATE F-OUT TEMP.
230 V T2B PLATE F-IN TEMP.
420 V Th COMP. SUCTIETEMP.
18 A Th COMP. ONTLADINGSTEMP.
ADRES
7/9
OPMERKING
1. Het draadcircuit is kort aangesloten of geopend. Sluit de draad opnieuw
en correct aan.
2 Waterdebiet is te laag.
3. Storing van stroomschakelaar, de schakelaar opent en sluit voortdurend.
Vervang de waterloopschakelaar.
1. Controleer of de voedingskabels goed zijn aangesloten om fase-uitval te
voorkomen.
2. Controleer de volgorde van de voedingskabels, wijzig een willekeurige
2-kabelvolgorde van de 3 voedingskabels.
1. Er is geen draadverbinding tussen de bedrade controller en het apparaat.
Sluit de draad aan.
2. De volgorde van de communicatiedraad is niet correct. Sluit de draad
opnieuw aan in de juiste volgorde.
3. Controleer op een sterk magnetische veld of sterke
stroomstoringsbronnen zoals liften, stroomtransformatoren enz.
4. Scherm het apparaat af of verplaats het apparaat naar een andere plek.
1. Controleer de weerstand van de sensor
2. De T1-sensorconnector zit los. Sluit hem opnieuw aan.
3. De T1-sensorconnector is nat of er zit water in. Droog de connector.
Voeg watervaste lijm toe.
4. De T1-sensor is defect en moet worden vervangen.
1. Controleer de weerstand van de sensor
2. De T5-sensoraansluiting zit los. Sluit hem opnieuw aan.
3. De T5-sensorconnector is nat of er zit water in. Droog de connector.
Voeg watervaste lijm toe
4. De T5-sensor is defect en moet worden vervangen
Cod. 3QE47670 - Rev. 00 - 02/2022
OMNIA M 3.2
BEDRIJFSPARAMETER
#01
T3 BUITEN EXCHARGE TEMP.
T4 BUITENLUCHT TEMP.
30°C
TF MODULE TEMP.
35°C
P1 COMP. DRUK
35°C
ODU SOFTWARE
5°C
HMI SOFTWARE
75°C
ADRES
8/9
STORINGSOORZAAK EN
CORRIGERENDE MAATREGEL
22T÷30T
#01
5°C
5°C
55°C
2300 kPa
01-09-2018V01
01-09-2018V01
9/9