OMNIA M 3.2
10.7.16 Parameters instellen
De parameters voor dit hoofdstuk staan in de onderstaande tabel.
Opdracht-
Code
nummer
1.1
DHW MODUS
In-/uitschakelen van de DHW-modus: 0=NEE, 1=JA
In-/uitschakelen van de desinfecteermodus: 0=NEE,
1.2
DISINFECT
1=JA
In-/uitschakelen van de DHW-prioriteitsmodus: 0=NEE,
1.3
DHW PRIORITEIT
1=JA
In-/uitschakelen van de DHW-pompmodus: 0=NEE,
1.4
D POMP
1=JA
WARMWATER
In-/uitschakelen van de DHW-prioriteitstijdinstelling:
1.5
TIJDINSTEL.
0=NEE, 1=JA
Het temperatuurverschil voor het opstarten van de
1.6
dT5_ON
warmtepomp
De verschilwaarde tussen Twout en T5 in de DHW-
1.7
dT1S5
modus
De maximale omgevingstemperatuur waarin de
1.8
T4DHWMAX
warmtepomp leidingwater kan verwarmen
De minimale omgevingstemperatuur waarin de
1.9
T4DHWMIN
warmtepomp leidingwater kan verwarmen
t_INTERVAI_
de tijdsinterval van het opstarten van de compressor in
1.10
DHW
DHW-modus.
Het temperatuurverschil tussen T5 en T5S dat de
1.11
dT5_TBH_ OFF
boosterverwarming uitschakelt.
de hoogste buitentemperatuur waarin de TBH kan
1.12
T4_TBH_ON
werken.
De tijd dat de compressor heeft gelopen vóór het starten
1.13
t_TBH_DELAY
van de boosterverwarmer.
de beoogde watertemperatuur in de warmwatertank in
1.14
T5S_DISINFECT
de desinfecteerfunctie.
de tijd dat de hoogste watertemperatuur aanhoudt in de
1.15
t_DI_HIGHTEMP.
warmwatertank in de desinfecteerfunctie
1.16
t_DI_MAX
de maximale tijd dat het desinfecteren duurt
t_DHWHP_
de werkingstijd voor het verwarmen/koelen van de
1.17
RESTRICT
ruimte operation.
De maximale continue bedrijfstijd van de warmtepomp
1.18
t_DHWHP_MAX
in de modus DHW PRIORITEIT.
DPOMP
In-/uitschakelen van de DHW-pomp zoals getimed en
1.19
LOOPTIJD
blijft actief voor LOOPTIJD POMP: 0=NEE, 1=JA
1.20
POMP LOOPTIJD de bepaalde tijd dat de DHW-pomp blijft lopen voor
In-/uitschakelen van werking van de DHW-pomp
DPOMP
wanneer het apparaat
1.21
DISINFECT
in de desinfecteermodus staat en T5≥T5S_DI-
2:0=NEE,1=JA
2.1
KOELMODUS
In-/uitschakelen van de koelmodus: 0=NEE, 1=JA
De vernieuwingsinterval van klimaat-gerelateerde
2.2
t_T4_FRESH_C
curves voor de koelmodus
De hoogste bedrijfsomgevingstemperatuur voor de
2.3
T4CMAX
koelmodus
De laagste bedrijfsomgevingstemperatuur voor de
2.4
T4CMIN
koelmodus
het temperatuurverschil voor het opstarten van de
2.5
dT1SC
warmtepomp (T1)
2.7
t_INTERVAL_C
het starttijdsinterval van de compressor in de COOL-modus
het temperatuurverschil voor het opstarten van de
2.6
dTSC
warmtepomp (Ta)
De temperatuurinstelling 1 van klimaat-gerelateerde
2.8
T1SetC1
curves voor de koelmodus.
De temperatuurinstelling 2 van klimaat-gerelateerde
2.9
T1SetC2
curves voor de koelmodus.
De omgevingstemperatuur 1 van klimaat-gerelateerde
2.10
T4C1
curves voor de koelmodus.
De omgevingstemperatuur 2 van klimaat-gerelateerde
2.11
T4C2
curves voor de koelmodus.
Het type zone1-einde voor koelmodus:
ZONE1
2.12
0=FCU(ventilatorconvector), 1=RAD.(radiator),
C-EMISSIE
2=FLH(vloerverwarming)
Het type Zone2-einde voor koelmodus:
ZONE2
2.13
0=FCU(ventilatorconvector), 1=RAD.(radiator),
C-EMISSIE
2=FLH(vloerverwarming)
22T÷30T
Staat
Cod. 3QE47670 - Rev. 00 - 02/2022
Standaard Minimum Maximum
1
0
1
1
0
1
1
0
1
0
0
1
0
0
1
10
1
30
10
5
40
43
35
43
-10
-25
30
5
5
30
5
0
10
5
-5
50
30
0
240
65
60
70
15
5
60
210
90
300
30
10
600
90
10
600
1
0
1
5
5
120
1
0
1
1
0
1
0,5
0,5
6
52
35
52
10
-5
25
5
2
10
5
5
5
2
1
10
10
5
25
16
5
25
35
-5
46
25
-5
46
0
0
2
0
0
2
NL
Instelling
Eenheid
interval
1
/
1
/
1
/
1
/
1
/
1
°C
1
°C
1
°C
1
°C
1
MIN
1
°C
1
°C
5
MIN
1
°C
5
MIN
5
MIN
5
MIN
5
MIN
1
/
1
MN
1
/
1
/
0,5
uur
1
°C
1
°C
1
°C
1
°C
1
°C
1
°C
1
°C
1
°C
1
°C
1
/
1
/
135