V.
Plaatsen van de schoen en instellen van de steunarm.
Opmerking: Ondersteun altijd de benen wanneer de slotmechanismen los zijn.
1.
Plaats de gekozen juiste maat schoen op de snelkoppelingsplaat van de arm.
2.
Zorg dat de snelkoppeling op slot zit.
3.
Open het verticale slotmechanisme.
4.
Draai de steunarm in een horizontale positie.
5.
Sluit het verticale slotmechanisme.
6.
Verleng de steunarm tot een geschikte lengte voor de patiënt door de klemmen te openen en de arm te verlengen.
Opmerking: het been moet gepositioneerd worden in een lichte buiging (ongeveer 20˚) om overstrekken te
voorkomen.
7.
Sluit de klemmen van de steunarm.
Herhaal stap 1 – 7 voor de andere beensteunarm.
8.
VI.
Afstemmen van de beensteun op de patiënt.
Opmerking: Het plaatsen van de benen van de patiënt in de beensteun dient door twee personen te gebeuren, een
ondersteunt het been, en de ander stelt de beensteun af.
Opmerking: Ondersteun altijd de beensteun wanneer de slotmechanismen geopend zijn.
Waarschuwing: Ondersteun altijd het been van de patiënt bij positioneren of veranderen van positie van de beensteun.
1-
Open de klemmen van de steunarm.
2-
Open de klem van het kogelgewrichtmechanisme.
3-
Plaats voorzichtig een been in de beensteun.
Opmerking: Vervang de schoen door een grotere of kleinere maat indien blijkt dat de voet niet goed in de schoen
past.
4-
Gebruik de klittenband bevestigingsbandjes om de voet en kuit in de schoen te fixeren.
Waarschuwing: Controleer of het been voldoende is gefixeerd
Waarschuwing: Trek de bevestigingsbandjes niet te strak aan om effecten op de bloedstroom te voorkomen.
5-
Ondersteun het been en verleng de steunarm tot de gewenste lengte
Opmerking: Het been dient geplaatst te worden met de knie in een hoek van ongeveer 20˚.
6-
Sluit de klemmen van de steunarm.
7-
Plaats de voet en de kuit in de gewenste positie.
Opmerking: Hoe meer het bovenbeen in een buitenwaartse positie (abductie) wordt geplaatst, hoe meer de voet in
een buitenwaartse draaiing (exorotatie) gefixeerd moet worden.
Opmerking: De schoen mag niet extreem op de kuit drukken.
Als de schacht van de schoen tot in de knieholte komt, dient de schoen door een kleinere en kortere maat vervangen
te worden. Maak de bevestigingsbandjes los en verwijder de schoen door de snelkoppeling te ontsluiten. Vervang de
schoen. Herhaal stap V-6 tot 7 en VI -1 tot 7.
Waarschuwing: Ondersteun altijd het been van de patiënt bij het wisselen van een schoen
8-
Sluit de klemmen van het kogelgewricht.
9-
Herhaal stap 1 tot 8 voor het andere been en de andere beensteun
VII. Controle van correcte positionering als tijdens de ingreep een wisseling van positie gewenst is.
Waarschuwing: Ondersteun altijd het been van de patiënt bij positioneren of veranderen van positie van de beensteun.
1.
Wanneer tijdens de ingreep een verandering van positie van de benen gewenst is controleer dan deze positie
voordat de benen met steriele lakens worden afgedekt.
Waarschuwing: Breng de benen van de patiënt elk uur naar beneden en maak de bevestigingsbandjes los om de
bloedcirculatie volledig te herstellen ter voorkoming van het mogelijke 'compartment syndrome'
2.
Speciale aandacht moet worden besteed aan het controleren dat de heup tijdens het verstellen niet ten opzichte van
de tafel verplaatst wordt.
VIII.
Voorbereiden voor het steriel afdekken.
1.
Bedek de benen met steriele lakens volgens de plaatselijke methode.
IX.
Veranderen van positie onder sterile condities.
Waarschuwing: Ondersteun altijd het been van de patiënt bij het veranderen van positie van de beensteun.
Waarschuwing: Als grote verticale verstellingen gewenst zijn dienen beide benen tegelijkertijd door twee personen
versteld te worden om grote krachten op het heupgewricht te voorkomen.
Opmerking: Voor het verstellen behoeven de steriele lakens niet verwijderd te worden. De slotmechanismen kunnen door
de lakens bediend worden.
Opmerking: Wijzig alleen de positie in verticale richting. Wijziging in horizontale positie zonder volledig zicht op de patiënt
kan ernstige verwondingen bij de patiënt veroorzaken.
Opmerking: Ondersteun altijd de beensteun wanneer de slotmechanismen geopend zijn.
1.
Ondersteun de beensteun bij het wisselen van positie.
2.
Open het verticale slotmechanisme.
3.
Positioneer het been in de gewenste positie.
4.
Sluit het verticale slotmechanisme.
5.
Herhaal stap 1 tot 4 voor het andere been.
6.
Indien noodzakelijk, dienen de benen weer afgedekt te worden met steriele lakens.
87100104 rev 8.0 IFU
Page 15 of 32