2. Veiligheidsvoorschriften
2.1. Algemeen
Kenmerken van voorschriften in deze bedienings-
handleiding
De in deze bedieningshandleiding genoemde
veiligheidseisen, welke bij niet beachting, gevaar voor
personen teweeg kunnen brengen, zijn met een algemeen
gevarensymbol, veiligheidsteken volgens DIN 4844-W 9
Bij waarschuwing voor elektrische spanning volgt een
kenmerk met het veiligheidsteken volgens DIN 4844-W 8
2.2. Veiligheidsvoorschriften
De hier niet genoemde algemene voorschriften en normen
behouden eveneens hun geldigheid.
Deze bedieningshandleiding bevat fundamentele ver-
wijzingen, welke bij opstelling, bedrijf en onderhoud in
acht genomen moeten worden. Daarom moet deze bedie-
ningshandleiding beslist voor montage en inbedrijfname
van de machine door de monteur, of gebruiker gelezen
worden en moet continu op de werkplek van de machi-
ne/installatie beschikbaar zijn. Personen, die met deze
bedieningshandleiding niet vertrouwd zijn, mogen deze
machine/installatie niet gebruiken.
Kinderen en jeugd onder de 16 jaar mogen de pomp
niet gebruiken en dienen van een aangesloten machi-
ne/installatie verwijderd te blijven.
Het arbeidsgebied is doelmatig af te sluiten en moet
aan de plaatselijke voorschriften van de arbeidsinspectie
voldoen.
Gebruikt u een persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals:
veiligheidsschoenen, rubberhandschoenen, beschermbril
en helm.
Vergewis u er van dat de vluchtweg van het arbeids-
gebied niet afgesloten is.
Om verstrikking en vergifting uit te sluiten, is het aan
te bevelen dat er voldoende zuurstof in het arbeidsgebied
voorhanden is en dat er geen giftige gassen in het ar-
beidsgebied voorkomen.
Bij werkzaamheden, waarbij las- of elektrisch gereed-
schap wordt gebruikt, moet men vooraf vaststellen of er
geen explosiegevaar bestaat.
Onmiddellijk na beёindiging van de werkzaamheden
moeten alle veiligheid- en beschermmaatregelen weer
aangebracht of in functie gezet worden.
De gebruiker is in het werkgebied van de machine te-
genover derden verantwoordelijk.
Nooit bij lopende pomp of nog roterende pompwaaier
in de zuigopening of persopening van het pomphuis gri-
jpen.
Gedurende het bedrijf van de pomp, mogen er zich
geen personen in de te verpompen vloeistof bevinden.
De ongeval voorkomingsvoorschriften als ook de
algemeen erkende regels der techniek dienen in acht
genomen te worden.
Wij wijzen erop dat wij, volgens de product aansprakelijk-
heidswet niet aansprakelijk zijn voor schade, welke door
onze machines veroorzaakt worden, wanneer de aanwij-
zingen en voorschriften uit deze gebruiksaanwijzing niet in
acht genomen worden. Voor toebehoren gelden dezelfde
regels.
3. Inzetbaarheid en technische beschrijving
3.1. Toepassing van de pompen
Bij inzet van pompen voor reiniging of onderhoud in
zwembaden moet men zekerstellen dat er zich geen
personen in het te verpompen medium bevinden en de
pompen met een aardlekschakelaar van maximal 30mA
uitgevoerd zijn.
Afvalwaterpompen van de Bouwserie worden gebruikt
voor het verpompen van vuilwater en afvalwater met
modderachtige en vaste delen. Inzetbaar in bijv. Werking
in openbaar- en prive bereik, in de nijverheid en industrie.
De pompen zijn niet geschikt voor het verpompen van
vloeistoffen met sterk abrasive delen (bijv. zand, kiezels,
stenen) Bij chemisch agressieve bestanddelen in de
vloeistof dient u de bestendigheid van de pompmaterialen
in acht te nemen.
De pompen zijn zowel voor transportabel als stationair
bedrijf geschikt. De installatie mogelijkheid is vrijstand op
een bodemring (als optie leverbaar) of een automatisch
koppelingssystem in een pompput.(als optie leverbaar)
Bij modellen met motor-mantelkoeling is een droge-
opstelling buiten de afvalwaterput mogelijk.
Bij bedrijf van de pompen met een frequentieomvormer
moeten deze absoluut met een uitgangsfilter als buffer
voor optredende spanningspieken uitgerust zijn, daar
zulke spanningspieken delen van de pompmotor
verstoren kunnen. (zie par. 7)
3.2. Technische gegevens
Persaansluiting
Spanning
Toerental
Isolatieklasse
Beveiligingsklasse
Max. vloeistof temperatuur
Kabeltyp
H 163 – H 165
H 172 – H 179
Geluidsniveau belast,
1,60 m vanaf bodem
3.3. Bedrijfsvoorwaarden
Vloeistof temperatuur: maximaal 35°C kortsondig 60°C
Soortelijke gewicht vloeistof.: maximaal 1100 kg/m³
pH waarde: 5 en 11
Niveau van de vloeistof: het minimale niveau dient zich
altijd boven het pomphuis te bevinden.
Bedrijfswijze: De motoren zijn voor continubedrijf S1 on-
dergedompeld, maximale schakelfrequentie 15 maal per
uur.
Onze standaard-garantiebepalingen als ook het on-
derhoud aanbevelingen zijn uitsluitend gebaseerd op in-
termitterend bedrijf. Verkorte garantietijden en service in-
tervallen bij continubedrijf kunt u navragen bij onze klan-
tenservice.
3.4. Omgeving met explosiegevaar:
Gebruik uitsluitend de explosieveilige versies de serie.
In alle gevallen dient de plaatselijke instantie te
bepalen of de explosieclassificatie van de pomp voor de
gewenste locatie toereikend is.
17
DN 100
400 V
2.900 T/min
H
IP 68
35°C, kortsondig 60°C
H07RN-F7G1,5
H07RN-F10G4
≤ 70d(B)A