Vervolg Installateurmenu
Menupunt / Weergave
Signaalonderdrukking dag SUT
Signaalonderdrukking zomer SUS
* Vrijgavesynchronisatie met klok FSU [NEE/JA]
** Vroegste begin van de vrijgave LFS
** Maximum duur van de vrijgave LFD
** Vroegste begin van de bijkomende vrijgave LZS
** Maximum duur van de bijkomende vrijgave LZD
** Laadsynchronisatie via de klok LSU
*
Verschijnt in het menu alleen wanneer in het Bedienermenu de realtime klok op "JA" ingesteld is
**
Verschijnt in het menu alleen wanneer in het Bedienermenu de realtime klok op "JA" en het menupunt „FSU = JA" ingesteld is
Opmerking
[NEE/JA]
Wanneer SUT geactiveerd is (SUT = JA) wordt tijdens de dag-
karakteristiek, namelijk tussen dagomschakelpunt (TU) en om-
loopduureinde (UMD), geen ID-stuursignaal uitgegeven zolang
de klemmen LF resp. LZ niet aangestuurd worden.
[NEE/JA]
De onderdrukking van het stuursignaal bij hogere buitentempe-
raturen (zomerbedrijf) dient, in verbinding met elekromagneti-
sche oplaadregelaars, voor de besparing op stuurenergie. Er
wordt bij geactiveerde modus signaalonderdrukking zomer
(SUS = JA) zolang een ID van 0% uitgegeven als de effectieve
buitentemperatuur ATW >E2 bedraagt. Het SH-t relais wordt
daarbij niet aangestuurd
Wanneer FSU = JA gezet wordt is de vrijgavesynchronisatie
met klok actief. De looptijd LA is dan op de realtime klok
gekoppeld en kan niet meer veranderd worden.
De synchronisatie gebeurt automatisch op het tijdstip LFS. (de
klemmenfunctie van LL, LF en LZ evenals de functie van de
autonomie blijven onveranderd.)
Wanneer tijdens het normale bedrijf op het tijdstip LFS de
looptijd LA niet LA = 00.00h is, dan wordt deze op 00.00h
gezet.
De bedrijfsmodus FSU = JA in verbinding met LSU=JA kan
bovendien gebruikt worden om in gebieden zonder
vrijgavesignaal resp. zeer lange vrijgaveduren de lading
tijdafhankelijk vrij te geven. In perioden waarin niet geladen
moet worden wordt de veiligheidssprong 100% ID uitgegeven.
[00:00 ... 23:59]
Tijdstip vanaf waar tijdens de LF resp. LZ-aansturing ten
vroegste een spaarkacheloplading kan gebeuren.
(startpunt van de looptijd LA bij LSU = JA)
[00:00 ... 23:59 h]
Maximum duur van de spaarkacheloplading tijdens de nachtvrij-
gaveduur
Tijdstip vanaf waar tijdens een LF resp. LZ-aansturing ten
vroegste een bijkomende spaarkacheloplading kan gebeuren.
Maximum duur van de oplading tijdens de bijkomende vrijgave-
duur
[NEE/JA
Activering van de na de EL-stuursignalen geschakelde laad-
synchronisatie door middel van de geïntegreerde klok , hiervoor
moet de parameter LSU = JA geprogrammeerd worden.
De actieve laadsynchronisatie wordt in het display met het sym-
bool 'klok' aangegeven
NL-15
[00:00 ... 23:59]
[00:00 ... 23:59]
Verstelling