Dimplex ZWM 05 AC Instructions De Montage Et D'utilisation page 56

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Ingavemenu van de microcomputer oplaadsturing voor de installateur
Wanneer de toets VOORWAARTS [▼] gedurende ongeveer 10 seconden ingedrukt wordt gaat het apparaat naar de indica-
tiemodus (installateurmenu). In de indicatiemodus installateurmenu licht de LED-indicatie (groen) op en kunnen de configu-
ratie-instellingen met de toetsen " " en " " opgeroepen worden. Het is niet mogelijk om de instellingswaarden te veranderen.
Wanneer in de geactiveerde indicatiemodus gedurende ongeveer 3 minuten geen toets meer ingedrukt wordt dan keert het
apparaat na afloop van deze duur automatisch naar de bedienermodus terug. De indicatiemodus kan ook door het indrukken
van de toets VOORWAARTS [▼] gedurende 10 seconden beëindigd worden. Het door middel van de draaikeuzeschakelaar
geselecteerde menuparameter wordt aangegeven.
Wanneer de instellingsparameters van het installateurmenu veranderd worden dan wordt door het indrukken van de toets
„Speciale instellingen" de configuratiemodus geactiveerd.
In de configuratiemodus licht de LED-indicatie (rood) op en kunnen de configuratie-instellingen met de toetsen " " en " " op-
geroepen worden. De knipperende menuparameters kunnen met de toetsen "Plus" [+] en "Min" [-] veranderd worden. Verande-
ringen worden automatisch met de verstelling overgenomen en bij het verlaten van de configuratiemodus bewaard. Na 3 minu-
ten zonder verstelling of door het indrukken van de toets „Speciale instellingen" gaat het stuurapparaat weer naar de geselec-
teerde statusindicatie. Uitzondering: bij geactiveerde servicefunctie SEL % blijft de indicatie gedurende 4h op deze menupa-
rameter staan.
Menupunt / indicatie
START installateurmenu
Volle lading E1
Hoofdlaadtijd E3
Minimum lading E4
Dagsprong TAS
Dagomschakeling TU
[-25 ... 15°C]
[0 ... 14h]
[0 ... 100%]
[E1/NEE/-10..10°C]
[6 ... 14h]
Opmerking
De volle lading E1 definieert de effectieve buitentemperatuur
(ATW), vanaf dewelke een volle lading op de oplaadregelaar
door de oplaadsturing ingesteld wordt. (de instelwaarde is af-
hankelijk van het laadmodel en van de standplaats van de instal-
latie)
De hoofdlaadtijd E3 legt vast na welk looptijduur de nachtkarak-
teristiek van de van de weersomstandigheden afhankelijke theo-
retische laadgraad bereikt is. Opgepast: E3 niet groter dan de
nachttariefvrijgave instellen.
bij achterwaartse sturing:
bij spreidsturing:
bij voorwaartse sturing:
(b.v. 8h laagtariefvrijgave en achterwaartse sturing E3 = 7 h)
De minimum lading E4 bepaalt bij laadmodellen met daglaadtij-
den de hoogte van de restwarmtelading op het einde van de
dagkarakteristiek.
Opmerking: bij de instelling van E4 moeten de tariefvoorwaar-
den van de EL in acht genomen worden. De insteller E4 is bij
gelijktijdig aangestuurde klemmen "LF" en "LZ" buiten werking
(voorwaartse sturing).
Insteller voor de automatische, van de buitentemperatuur afhan-
kelijke onderdrukking van de daglading,
TAS = E1:
Een daglading, b. v. bij hoogtariefvrijgave,
wordt tot de met E1 ingestelde vollaadtem-
peratuur onderdrukt.
TAS = NEE:
Dagsprong uitgeschakeld; een daglading
gebeurt afhankelijk van de karakteristiekinsteller
E10 en E4.
TAS = ..°C
Een daglading, b.v. bij hoogtariefvrijgave,
wordt tot een instelbare effectieve
buitentemperatuur (- 10 ... 10°C) onderdrukt.
De dagomschakeling TU legt het moment van de looptijd vast
waar de microcomputer oplaadsturing van de nacht- naar de
dagkarakteristiek omschakelt.
NL-12
Verstelling
E3 = tF - 1 h
E3 = tF x 0,5
E3 = 0 h

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières