gleuning aankomen (zo voorkomt men tevens
het risico op verwondingen in geval van een
ongeval).
Laat het kind altijd aan de stoepkant in- en
uitstappen.
Stop vaak tijdens lange reizen, want kinderen
zijn het gauw beu.
Controleer dat de veiligheidsgordel van de
auto niet verdraaid zit.
Om te onthouden: het geeft niet of het auto-
stoeltje goed is ontworpen, als het verkeerd is
geïnstalleerd, kan het zijn dat het uw kind bij
een ongeval onvoldoende beschermt.
e) Het achterover hellen van het
stoeltje
De helling van het stoeltje kan op 4 verschillen-
de standen afgesteld worden (Afb.22).
f) Het verwijderen van het stoeltje
uit de auto
1.
Pak de handgreep vast (afb. 4) en trek
deze naar voren tot het stoeltje compleet
achterover geheld staat.
2.
Open de vergrendeling van de veiligheid-
sgordel (Afb. 12) en trek de gordel aan.
3.
Haal de veiligheidsgordel uit de gesp.
4.
Haal de buikgordel uit de rode geleidingen
en de gordel compleet verwijderen om
vervolgens het stoeltje uit de auto te ver-
wijderen.
V. Eindcontroles
►
Controleer dat de gordels zich op de juiste
hoogte bevinden en dat ze goed op het li-
chaam van het kind aansluiten (afb. 20).
►
Controleer dat de veiligheidsgordel van
de auto goed om het autostoeltje heen is
geplaatst.
►
Controleer dat de veiligheidsgordel van de
auto niet verdraaid of ergens beklemd zit.
►
Controleer dat de veiligheidsgordel van de
auto goed gespannen is en het autostoeltje
stevig op de autozitting vastzit.
►
Controleer dat de gordels goed op hun
plaats zitten en dat ze niet in elkaar ver-
wikkeld zijn.
►
Controleer dat de gesp van de gordels
goed vastzit (afb. 18).
►
Controleer dat de schouderbanden zich
altijd in de juiste positie bevinden.
►
Controleer regelmatig of het stoeltje geen
schade heeft opgelopen.
►
Controleer dat alle onderdelen naar beho-
ren werken.
►
Verzeker u ervan dat het stoeltje niet
tussen de deur of in de rails van de stoel
vastzit, om beschadiging, slijtage etc. te
voorkomen.
►
Om te onthouden: het geeft niet of het auto-
stoeltje goed is ontworpen, als het verkeerd
is geïnstalleerd, kan het zijn dat het uw kind
bij een ongeval onvoldoende beschermt.
►
Ook als het autostoeltje in de auto beve-
stigd is gebleven, controleert u altijd dat de
autogordel goed is geplaatst en goed va-
stzit, voordat u het kind in het autostoeltje
laat plaatsnemen.
►
Volg altijd bovenbeschreven eindcontroles
voordat u een reis maakt met het autostoel-
tje in de auto geïnstalleerd.
Let op:
Leder autostoeltje kan afdrukken achterlaten
op de autozitting, doordat het op de juiste
manier en volgens de geldende veiligheid-
snormen vastgezet moet worden. Dit stoeltje
is ontwikkeld om zo min mogelijk afdrukken
achter te laten. De fabrikant wijst elke vorm
van aansprakelijkheid voor eventuele schade
aan de zitting af.
VI. Niet goed werkende onder-
delen
U dient zich tot het verkooppunt te wenden,
mocht u het stoeltje onverhoopt laten vallen of
indien het zichtbare schade opgelopen heeft.
De veiligheid van uw kind is in gevaar indien
de gordels niet naar behoren werken.
U dient zich tot het verkooppunt te wenden,
indien de gesp niet goed mocht werken.
VII. Reiniging en onderhoud
Let op: De onderdelen van het autostoeltje niet
invetten, maar slechts schoonhouden.
De kunststof onderdelen zijn gemakkelijk te
reinigen met water en zeep; gebruik geen
oplosmiddelen, alcohol of agressieve schoon-
maakmiddelen.
Reiniging: indien de hoes vuil is, deze verwi-
jderen (zie beneden) en op de hand wassen op
30°C. Geen chemische schoonmaakmiddelen
gebruiken; niet in de wasmachine wassen; niet
uitwringen en niet in de droogtrommel drogen;
niet strijken. Volg de instructies op het etiket
van de bekleding op.
a) De hoes verwijderen
1.
De gordels tot het uiterste uittrekken.
2.
Pak de handgreep (L) vast en trek deze
naar voren tot het stoeltje compleet achte-
NL
77