1
Veiligheidsrichtlijnen
1.
Houd de installatiehandleiding aan.
2.
Gebruik de apparatuur
• waarvoor het is bedoeld
• in goede conditie
• met aandacht voor de veiligheid en risico's.
3.
Houd er rekening mee dat de apparatuur exclusief is
bedoeld voor de applicaties zoals beschreven in deze
installatiehandleiding (zie 2 Technische Data). Elk
ander gebruik wordt gezien als gebruik niet conform
de bedoeling en doet de garantie komen te vervallen.
4.
De montage, de inbedrijfstelling, het onderhoud en de
instelling mogen alleen door geautoriseerd personeel
worden uitgevoerd.
5.
Storingen die de veiligheid kunnen beïnvloeden
dienen direct te worden opgelost.
2
Technische Data
Media
Standaard medium:
Aansluitingen/afmetingen
Aansluitmaten:
Nominale afmetingen:
Drukwaarden
Max. inlaatdruk:
Uitgangsdruk:
Vooraf ingestelde uitlaatdruk: 4 bar
Nominale druk:
Min. drukverlies:
Bedrijfstemperatuur
Max. bedrijfstemperatuur
medium:
3
Opties
Voor opties bezoek homecomfort.resideo.com/europe
MU1H-1005GE23 R0120
Water
1
1
/
" - 1
/
"
2
2
DN 15 - DN 40
25 bar
1,5 - 12 bar
PN 25
1 bar
65 °C
NL
4
Montage
4.1 Installatie Richtlijnen
•
Installeer in horizontaal leidingwerk met filterhuis naar
beneden gericht
•
Installeren afsluiters
•
De plaats van inbouw moet tegen vorst beschermd en
goed toegankelijk zijn
– Drukmeter kan goed worden afgelezen
– Eenvoudig onderhoud en reiniging
•
Installeren na het filter of de zeef
– Deze positie zorgt voor een optimale beveiliging
van de drukreduceerklep tegen vuil
•
Zorg voor een rechte leidinglengte van tenminste vijf
keer het nominale klepformaat na de
drukreduceerklep (conform EN 806-2)
•
Vereist regelmatig onderhoud conform EN 806-5
4.2 Montage-instructies
1.
Spoel het leidingwerk grondig door
2.
Installeer een drukreduceerklep
• Markeer de doorstroomrichting
• Installeer zonder trek- of buigkrachten
3.
Stel de uitlaatdruk in
4.
Manometer indichten
5
Opstarten
5.1 Uitlaatdruk instellen
Stel de uitlaatdruk in op min. 1 bar onder de
inlaatdruk.
1.
Afsluiters op inlaat sluiten
2.
Laat de druk af aan de uitlaatzijde (bijvoorbeeld via
een waterkraan)
3.
Afsluiters op uitlaat sluiten
4.
Zeshoekig moer op veerkap lossen
5.
Verlaag de spanning in de drukveer
6.
Afsluitstuk ingangskant langzaam openen
7.
Verstelschrof draaien, tot de manometer de gewenste
waarde aangeeft
8.
Zeshoekig moer weer aandraaien
9.
Afsluiter aan de uitgang traag openen
9