Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 19
Wanneer u voor het onderhoud van uw gazon ook een maairobot gebruikt, moeten
de volgende veiligheidsinstructies met betrekking tot werkoppervlak van de
maairobot in acht worden genomen:
Vóór het maaien op deze oppervlakken moet altijd het bereik van de
begrenzingskabel worden gecontroleerd.
Wanneer de kabels in de aarde zijn gelegd, moeten deze worden
gecontroleerd, er mogen geen kabels te zien zijn, speciale aandacht is
geboden voor het laadstation.
Wanneer de begrenzingskabels bovengronds zijn gelegd, moeten deze direct
op de ondergrond gespannen verlopen en niet slap rondslingeren in het gras.
De kabels moeten voldoende door begrenzingsnagels gefixeerd zijn, zie
gebruiksaanwijzing.
De begrenzingsnagels mogen niet uitsteken, anders moeten ze ingedrukt
worden.
Rondslingerende kabelresten voor het maaien verwijderen.
Bij de hierboven beschreven omstandigheden bestaat het gevaar dat de kabel
door het werkgereedschap naar binnen getrokken en opgewikkeld wordt, wat kan
leiden tot ernstige verwondingen.
Bungelende takken en soortgelijke obstakels kunnen de gebruiker verwonden of
het maaien belemmeren. Kabels kunnen vastzitten en beschadigd of afgescheurd
worden. Een beschadigde kabel kan tot een technisch defect van de machine
leiden. Houd voor en tijdens het maaien rekening met mogelijke obstakels zoals
bungelende takken en knip deze af of verwijder ze.
De elektrische uitrusting mag niet veranderd worden.
Lees en volg de veiligheidsinstructies voor het hanteren van de accu en de
lader in de afzonderlijke bedieningsinstructies van de lader!
Vóór het gebruik moet altijd door een zichtcontrole gecontroleerd worden of het
snijgereedschap, bevestigingsschroeven en de hele snijeenheid versleten of
beschadigd zijn. Ter vermijding van onbalans moeten versleten of beschadigde
messen en bevestigingsschroeven door een geautoriseerde vakwerkplaats worden
vervangen.
De toestand van de pictogrammen moet bij elke inzet gecontroleerd
worden. Versleten of beschadigde pictogrammen moeten worden vervangen.

Gebruik

De meegeleverde lader mag alleen worden gebruikt voor de accu's die bij de
grasmaaier horen.
De batterijen mogen ook niet met een andere lader worden opgeladen. U zou uzelf
in gevaar kunnen brengen of uw apparaat kunnen beschadigen.
Gebruik voor uw grasmaaier alleen de daarvoor toegestane batterijen.
Foutief gebruik van batterijen en lader kan leiden tot elektrische schokken of
brand.
Toestane laders en accu's: zie hoofdstuk 'Originele reserveonderdelen en
accessoires'.
Het machine mag niet in explosiegevaarlijke omgeving worden gebruikt.
Maai niet bij slecht weer, als het gevaar van blikseminslag bestaat.
Apparaat niet blootstellen aan regen of vocht.
Geen koptelefoon dragen om naar de radio of muziek te luisteren. Veiligheid bij het
onderhoud en het bedrijf vereisen onbeperkte aandacht.
Maai alleen bij daglicht of met voldoende licht. Bestuur de machine
stapvoets.
De rijsnelheid aan de persoon en het terrein aanpassen. Verhoog de
snelheid langzaam, totdat u de bij u passende rijsnelheid hebt bereikt.
Bijzonder voorzichtig zijn als onoverzichtelijke hoeken, struiken, bomen of
andere hindernissen het zicht kunnen beïnvloeden.
niet te dicht bij gaten, sloten en taluds rijden. De machine kan plotseling over de
kop gaan als een wiel over de rand van een gat of talud rijdt of als een rand
plotseling meegeeft.
Voorzichtig bij het maaien onder speeltoestellen (bv. schommels). Het apparaat
zou in een onveilige positie kunnen komen. Er bestaat gevaar voor letsel.
De machine niet tijdens ziekte, moeheid of onder invloed van alcohol, medicijnen
of drugs bedienen.
Indien mogelijk moet het gebruik van het toestel bij nat weer worden
vermeden. Er bestaat gevaar voor uitglijden.
Zorg ervoor dat u op hellingen altijd stevig staat. Maai op een helling in
dwarsrichting, nooit naar boven of naar beneden. Wees bijzonder voorzichtig als u
op een helling van rijrichting verandert.
Maai niet op al te steile hellingen! Het maaien op hellingen brengt extra gevaren
met zich mee. Zorg altijd voor een stabiele stand. In principe mogen met de hand
geleide grasmaaiers op hellingen steiler dan 26% (15° helling) niet worden
ingezet. Het gevaar dreigt dat de stabiliteit verloren gaat.
Wees bijzonder voorzichtig als u de machine omkeert of deze naar u toe
trekt.
Bij achterwaartse bewegingen met de machine kunt u struikelen. Vermijd
achteruitlopen. Vermijd abnormale lichaamshoudingen. Zorg ervoor dat u stevig
staat en niet uw evenwicht verliest.
Houd de door de lengte van de stuurboom bepaalde veilige afstand aan.
Om een afglijden van het toestel tijdens het dragen te verhinderen, dient u
het toestel steeds vast te nemen met de daarvoor voorziene grijpinrichtingen
(draaggreep, behuizing, duwstangeinden of onderste gedeelte van de duwstang).
Niet vastnemen aan de uitwerpklep!
Neem voor het optillen of dragen het gewicht van de machine in acht (zie
technische gegevens). Het optillen van grote gewichten kan leiden tot problemen
met de gezondheid.
Til de machine nooit op en draag deze nooit met draaiende motor.
Gebruik de machine nooit met beschadigde of ontbrekende veiligheids- en
bescherminrichtingen.
Ontbrekende of beschadigde veiligheids- en bescherminrichtingen brengen uw
veiligheid en de veiligheid van andere personen in gevaar.
Veiligheidsinrichtingen zijn (zie hoofdstuk Beschrijving van de componenten):
Veiligheidsschakelbeugel motorstop (1)
De grasmaaier is uitgerust met een motorstop-inrichting.
Tijdens bedrijf en op een moment van gevaar wordt de motor
uitgeschakeld door het loslaten van de veiligheidsschakelbeugel
motorstop.
Het mes moet binnen 3 seconden tot stilstand komen.
De veiligheidsbeugel moet na het loslaten in elk geval weer in de in
de afbeelding 'Beschrijving van de componenten' getoonde positie
terugspringen.
Als dit niet het geval is, dan moet dit onmiddellijk door een
geautoriseerde vakwerkplaats gecontroleerd worden.
Verwondingsgevaar!
Als de nalooptijd van het apparaat groter is, het apparaat niet meer
gebruiken en naar een geautoriseerde vakwerkplaats brengen.
Meten van de nalooptijd
Na het starten van de motor draait het mes en is een windgeluid
hoorbaar.
De nalooptijd komt overeen met de duur van het windgeluid na het
uitschakelen van de motor, en deze kan met een stopwatch worden
gemeten.
De functie van de veiligheidsschakelbeugel mag in geen geval buiten
werking worden gesteld.
Men moet controleren of de veiligheidsschakelbeugel werkt zoals
voorgeschreven. Een veiligheidsbeugel die niet naar behoren
functioneert, moet door een erkend vakbedrijf gerepareerd worden.
Beveiligingssleutel (4)
Dit veiligheidsapparaat beschermt tegen letsels veroorzaakt door
het onbedoeld starten van de motor.
Om onbevoegd gebruik van de machine te voorkomen, moet de
veiligheidssleutel worden verwijderd tijdens alle werkzaamheden
aan de machine, voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden,
wanneer de machine wordt achtergelaten en tijdens opslag.
Bescherminrichtingen zijn (zie hoofdstuk Beschrijving van de componenten):
Behuizing, grasopvangzak, uitwerpklep, deflector (2)
Deze bescherminrichtingen beschermen tegen letsels door omhoog
geslingerde voorwerpen.
Het toestel mag niet met beschadigde behuizing c.q. zonder
reglementair bevestigde opvangzak resp. deflector of tegen de
behuizing aanliggende uitwerpklep worden gebruikt.
Behuizing
Deze beveiligingsvoorziening beschermt tegen letsel door contact
met de roterende mesbalk.
Het apparaat mag niet met beschadigde behuizing worden gebruikt.
Erop letten dat handen en voeten niet onder de behuizing komen.
De bescherminrichtingen mogen niet veranderd worden.
Let er bij het in bedrijf nemen op dat uw voeten op een veilige afstand van
het maaisysteem staan.
4

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

40-accu43-accuSa1780Sa1781Sa1782

Table des Matières