Bedieningselementen en aansluitingen
Als deze schakelaar is ingesteld op AUTOMATISCH, wordt de subwoofer uitge-
• ON
schakeld wanneer hij niet in gebruik is, om energie te besparen. De subwoofer
wordt weer ingeschakeld zodra er een signaal wordt ontvangen. U kunt dit
• AUTO
overschrijven door de schakelaar op AAN te zetten.
Met de faseschakelaar (2) wijzigt u de fase van de subwoofer zodat hij in fase
• 0
werkt met de rest van de luidsprekers in het systeem. Plaats de subwoofer op
o
PHASE
meer dan 1 meter van de luidsprekers aan de voorzijde en schakel de fase
• 180
o
tussen 0° en 180°. Wanneer de subwoofer luider en voller klinkt, is hij in fase.
Met de crossoverregeling (3) wijzigt u de pitch waarbij de subwoofer begint
CROSSOVER
te werken. We raden u aan het crossoverpunt in te stellen op de 'AV'-instelling
60
150
op het toetsenblok wanneer u het 3000-systeem gebruikt. Als u de subwoofer
gebruikt met een ander systeem dan een systeem van Q Acoustics, dan kunt u
het crossoverpunt wijzigen, zodat de subwoofer geschikt is voor uw systeem.
AV
AV
Met de niveauregeling (4) kunt u het volume van uw subwoofer verhogen en
verlagen, in overeenstemming met de andere luidsprekers in het systeem. Be-
LEVEL
gin met het volume op 0 op het toetsenblok en verhoog het volume vervolgens
langzaam tot u geluid hoort. De subwoofer moet qua geluid in het algemene
geluidsniveau passen en niet harder zijn dan de rest van het systeem. Er is
geen vaste regel voor het instellen van het volume van de subwoofer. Probeer
1
10
dit dus zelf met verschillende muzieknummers en films om te bepalen wat u
prettig vindt.
Q Acoustic geeft de voorkeur aan lijnniveau-ingang LFE (6) als AV-verbinding
met de versterker.
Sluit de subwoofer aan op de uitgang op uw AV-versterker of dvd-speler. Ge-
LEFT /
RIGHT
bruik R en L als de versterker zowel een linker- als rechteruitgang heeft.
MONO
118