Artikelnummer/typeaanduiding:
Afmetingen:
Afstand bevestigingsgaten:
Gewicht:
Borsteldiameter:
Borstellengte:
3.5 Verbouwingen of wijzigingen
Ingeval van zelfstandige aanpassingen en veranderingen aan het apparaat vervalt elke aansprakelijkheid en garantie van de fabrikant.
Aanpassingen en veranderingen mogen uitsluitend na een schriftelijke toestemming van de fabrikant worden uitgevoerd.
4. Montage en inbedrijfstelling
Gevaar!
• De machine moet tijdens de montage steeds tegen vallen of kantelen worden beveiligd – levensgevaar!
• Borgriemen rond het scharnierdeel plaatsen en met hijsgereedschap borgen!
• Borsteleenheid pas monteren als de hangarm veilig is gemonteerd.
• Grijp tijdens de montage nooit tussen het scharnierdeel.
4.1 Omvang van de levering
Het apparaat wordt op een pallet geleverd. De borsteleenheid is gebruiksklaar gemonteerd. De borstel wordt meegeleverd en moet met de aan-
drijfeenheid worden verbonden. De besturing is eveneens gebruiksklaar met de aandrijf- en borsteleenheid verbonden.
4.2 Controle voor de inbedrijfstelling
Voor de inbedrijfstelling van het apparaat moet dit altijd eerst op volledigheid, zichtbare gebreken of eventuele bronnen van gevaar worden
gecontroleerd.
De volgende maatregelen moeten voor de controle worden genomen:
• Controleer het apparaat op losse en omlaag hangende onderdelen resp. transportschade.
4.3 Montage
Een optimale plaatsing en stabiele bevestigingsmogelijkheid is bijzonder belangrijk voor een probleemloos bedrijf van dit zeer zwaar belaste ap-
paraat. Hierbij moet op het volgende worden gelet:
• Plaats het apparaat niet bij een versmalling in de stal.
• Ter voorkoming van opstoppingen mag het apparaat niet direct voor of achter de melkstand worden gemonteerd.
• De machine mag niet in de buurt van apparaten worden geplaatst die gevoelig zijn voor stof.
• Monteer het apparaat op een stevige, stabiele en vlakke ondergrond.
• Bij wanden van baksteen wordt een grote, drukvaste onderplaat aanbevolen.
• Het apparaat moet via alle 4 bevestigingsgaten van de hangarm met de wand worden verboden.
• Het bevestigingsmateriaal moet door vakkundig personeel op de ondergrond worden afgestemd.
• Bij betonnen wanden worden zwaarlastankers of kleefankers aanbevolen.
• Bij de montage op baksteen of hout worden doorlopende draadstangen aanbevolen.
• Gebruik minimaal schroefdraadmaat M12.
• Beveilig de schroefverbinding tegen zelfstandig losraken. Gebruik hiervoor zelfborgende moeren en/of schroefdraadlijm.
• Bevestiging regelmatig controleren en indien nodig opnieuw aantrekken.
• Monteer het apparaat alleen met geschikt hijsgereedschap.
• Volg de toepasselijke veiligheidsvoorschriften op!
Tip
Bevestig het apparaat op een vlakke, massieve betonwand.
4.3.1 Montagehoogte
De ophanghoogte van het apparaat moet worden aangepast aan de gemiddelde schofthoogte (= Ø Withers height) van de dieren. De bovenkant
van de borstelrol zelf mag ca. 100 - 200 mm boven de gemiddelde schofthoogte liggen. De ophanghoogte moet voor het plaatsen van de bevesti-
gingsgaten worden bepaald!
Als er binnen de kudde sprake is van grote verschillen in schofthoogte (meer dan 20 cm), zou de machine iets hoger aangebracht moeten worden,
om te voorkomen dat de borstels te veel slijten.
18865
49 x 120 x 150 mm (h x b x d)
Afbeelding 3
ca. 49 kg
Ø 350 mm / Ø 490 mm
1010 mm
34