BEDIENING
Bedrijfsklaar maken.
• Basisinstelling van het lasmondstuk controleren. (Detail A)
• Startautomaat
Naar behoefte de startautomaat, afhankelijk van de positie van het lasmondstuk
met de stiftschakelaar (26) en draadstift (27) afstellen.
• Geleiderol
Afhankelijk van de toepassing wordt de geleiderol (25) met knop geleiderol (24)
en hefboom geleiderol (23) op actief of non-actief gezet (zie detail B en C).
Geleiderol (25) garandeert het volgen van de foliekant door de lasmachine.
• Steek de stekker in het stopcontact. De netspanning en de spanning vermeld op
het apparaat moeten overeenstemmen.
• Apparaat met hoofdschakelaar (17) aanzetten. Heteluchtföhn (3) start auto-
matisch.
L
•
et op:
indien de maximale temperatuur niet wordt bereikt; de luchthoeveelheid reduce-
ren met behulp van de luchtschuif (14) en potmeter voor de luchthoeveelheid (20).
Tips voor de werkzaamheden
• Voer een testlas uit volgens het lasvoorschrift van de fabrikant van het materiaal en
nationale normen of richtlij-nen. Controleer de testlas. Pas de lastemperatuur
(lasparameters) naar behoefte aan.
Positionering van het apparaat.
• Heteluchtföhn (3) met zwenkhefboom (22) tot de aanslag omhoog zetten.
• Met hefboom hefinrichting (16) de hefinrichting (11) omhoog zetten zodat de
aandrijf- en aandrukrol (6) en aandrijfrol (9) vrij kunnen draaien.
• Indien er met geleiderol (25) gelast wordt; de hefboom geleiderol (23) in de föhn-
houder (12) plaatsen (zie detail B).
• Lasautomaat op de overlapping van de te lassen banen plaatsen zodat de
buitenkant van aandrijf- en aandrukrol (6) en de geleiderol (25) in lijn ligt met
de rand van de te lassen banen.
• Met hefboom hefinrichting (16) de lasautomaat neerzetten zodat deze rijklaar is.
Detail A
4
42
6
Detail B
Geleiderol
23
actief
LEISTER Uniplan E
Detail C
Geleiderol
24 25
non-actief