krachten van de tussendrijfas op de wielen werden
overgebracht.
Het vermogen van dit type Ce 6/8II kon met 1648 kW
(2 240 pk) aangegeven worden bij 36 km/u, en de
maximumsnelheid bedroeg 65 km/u. Als dienstge-
wicht werd 128 t genoemd.
Opvallende details in de uitvoering van de historische
locomotief Ce 6/8II, nr. 14 253, welke heden nog
regelmatig voor speciale ritten wordt inge- zet in het
gebied van zijn thuisstation Erstfeld (Zwitserland), zijn
behalve de bruine kleur voor middenbouw en voo-
ren achteruitbouw, zwartgelakte drijfwerken, freems
en omlopen alsmede 4 opengaande deuren voor de
bestuurderscabines.
Het remmen werd verzorgd door elk 2 remblokken
per drijfas, die via een dubbele Westinghouse-druk-
luchtrem of met de hand bediend konden worden.
Daarbij werkte de handrem per bestuurderscabine op
de daarvoor liggende drijfassen. Ieder drijfstel kreeg
ter verhoging van de trekkracht bij grensgevallen van
de belasting elk twee voor en achter de drijfwielen
aangebrachte zandkisten.
De tot 1922 door SLM en MFO gebouwde 33 loco-
motieven van het type Ce 6/8II namen jarenlang de
zware goederentreindienst over het Gotthard-traject
voor hun rekening. De behoefte naar sterkere en snel-
lere machines alsmede steeds meer voorkomende
storingen aan de 4 rijmotoren maakten echter het om-
bouwen van voorloping 13 eenheden noodzakelijk. Zo
werden in de jaren 1942 – 1947 behalve het inbouwen
van nieuwe rijmotoren en freemversterkingen enige
detailwijzigingen doorgevoerd. De niet omgehouwde
locomotieven werden successievelijk voor de ran-
geerdienst op grote rangeeremplacementen gebruikt.
Door verdere ontwikkelingen bij de bouw van electro-
motoren kon een hoger vermogen (niettegenstaande
lichtere motoren) van zegge en schijve 70% worden
bereikt. Dat betekende voor de inzet van de machines
bij toegenomen vervoereisen bij de Gottharddienst
een welkom winstpunt. De vermogensgegevens voor
de sedertdien onder de aanduiding Be 6/8 II rijdende
machines konden nu met 2 679 kW (3 640 pk) bij
45 km/u en de maximumsnelheid met 75 km/u
aangeduid worden. Verder verminderde het dienst-
gewicht met noemenswaardige 2 t, niettegenstaande
toch enige veranderingen voor de versterking van
bepaalde onderdelen waren doorgevoerd.
De voor- en achteruitbouw kregen verder door extra
balken voorgezette bufferbalken, die met cilinderbuf-
fers volgens oud model en overstapplaten bleven
uitgerust. De tussenassen van de sleufkoppelstan-
12
Vorbild • Prototype • Exploitation dans le réel • Grootbedrijf