Belangrijke Tips - Innotek SD-2100E Guide De Démarrage Rapide

System de confinement rechargeable
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 10
NE_SD-2100E.qxp
7/7/2005
2:21 PM
Speciale kringen. U kunt uitgesloten zones creëren, zoals
zwembaden en siertuinen door deze zones met draad te
omringen. Leg getwijnde draad aan vanuit de omhein-
ingskring naar de omringde zone en koppel de einden aan
elkaar met een stripverbinding.
Stap 2
De wandzender installeren
1. Kies een plaats
Kies een droge plaats binnenshuis om de wandzender te
installeren. Een standaard 220 volt geaard stopcontact is
vereist op maximum 150 cm afstand voor de stroomto-
evoer. De meeste mensen vinden dat de binnenkant van
een buitenmuur in een garage of kelder hiervoor best
geschikt is. De plaats moet gemakkelijk bereikbaar zijn
met de omheiningsdraad via de buitenkant.
2. De montageplaat installeren
De montageplaat is bevestigd aan de achterkant van de
zender. Verwijder de plaat door lichtjes te drukken op de
stip in de bovenste tab en het zenderhuis naar onder van
de plaat te schuiven.
Gebruik de montageplaat als een mal en markeer de
plaats van de gaten met een potlood. Maak de plaat vast
aan de muur met de bijgeleverde schroeven.
3. Installeer de Reservebatterijen
(Optioneel, doch aanbevolen)
In geval uw elektriciteit uitvalt, kan uw systeem maximum
40 uren werken op 8 AA batterijen (niet inbegrepen).
Installeer de batterijen en zet de RESERVEBATTERIJ VERK-
LIKKER schakelaar in de AAN (ON) positie. Als u verkiest
het reservebatterijsysteem niet te gebruiken, zet de
RESERVEBATTERIJ VERKLIKKER schakelaar in de UIT
(OFF) positie.
4. Zorg voor een draaddoorlaat naar buiten
U zult een draad moeten trekken van de zender naar
buiten waar de insluitkring ligt. U kunt dit doen via een
venster, of u kunt een gat van 6 mm boren aan de
onderkant van de muur om de draad door te laten. Als de
installatie compleet is en het systeem getest kunt u het
gat dichten om te beletten dat water of insecten zouden
binnendringen.
Stap 3
De omheiningsdraad leggen
Als de zender geïnstalleerd is en het gat voor de draad
geboord, kunt u de draad uitleggen waarmee de omhein-
ing wordt gevormd. Begraaf de draad NIET tot u zeker
bent dat het systeem goed functioneert.
1. Hoeveelheid draad
Uw systeem omvat 152 meters omheiningsgsdraad. Hier
volgen een paar voorbeelden van vereiste draadlengte per
oppervlakte:
Page 21
Acres
m2
Meters draadlengte vereist
1
4047
259
2
8094
366
3
12141
457
4
16188
518
5
20235
579
2. De draad leggen
De draad moet een continue kring vormen vanuit de zen-
der en terug. Het signaal wordt doorgestuurd vanuit één
poolklem van de zender langs de kring en terug naar de
zender. Houd voor ogen dat uw draad een signaalveld van
2.4 -3.6 meters geeft, leg daarom de draad niet te dicht
bij het huis en maak de doorgangen zo nauw dat uw
hond er niet door kan.
3. Getwijnde draad
Getwijnde draad neutraliseert het radiosignaal dat van uw
zender komt. Dit laat de juiste installatie toe en uw hond
kan over de draad lopen in de veilige zone van uw tuin.
Op de plaats van de enkele draad, is de omheining actief
en uw hond zal er niet door kunnen lopen. U kunt zelf de
draad twijnen door twee gelijke draadlengten af te snijden
van de bijgeleverde draad en ze te twijnen. Maak een
eind van de draden vast aan een stevig punt en steek het
andere einde in een elektrische boormachine. Trek de
draad strak aan. Met de boormachine kunt u de draad
snel twijnen. U heeft minstens 40 draaiingen per 100 cm
om het radiosignaal effectief te neutraliseren.
4. Hoeken afronden
Maak geleidelijke bochten aan de hoeken met minimum
2.3 m straal. Hierdoor is het insluitveld meer gelijkmatig.

BELANGRIJKE TIPS!

• Leg de draad NIET dichter dan 3 m of parallel met
kabel TV en elektrische leidingen. De signalen kunnen
combineren waardoor de halsband activeert in het huis of
in veilige zones van de tuin.
• De draad moet vanuit de zender één continue kring vor-
men.
• Gebruik getwijnde draad tussen de zender en inwendi-
ge kringen rond zwembad en siertuinen zodat uw hond
veilig door deze zones kan passeren (zoals geïllustreerd
in de speciale kring afbeeldingen).
Stap 4
Laatste aansluitingen
1. De omheiningsdraad met stripverbindigen aan
elkaar zetten
Trek de getwijnde draad tot de plaats in de omtrek waar
de twee einden van de omheiningsdraad bijeenkomen.
Maak de einden van de getwijnde draad vast aan de ein-
den van de omheiningsdraad met de bijgeleverde water-
dichte stripverbindingen zoals getoond. Gebruik enkel de
waterdichte stripverbindingen die met dit systeem
geleverd werden. Het gebruik van draadmoeren alleen, of
elektrische kleefband of soldeersel zal geen waterdichte
en veilige verbinding geven om uw systeem goed te laten
werken.
6.
Om de draad te verbinden door middel van de met gel
gevulde capsule, strip 15 mm isolatie van de draadeinden.
Steek de draadeinden in de moer en draai aan om vast te
maken. Steek de draadmoer zo diep mogelijk in de water-
dichte gel en sluit het dekseltje. Maak een knoop in de
draden zoals getoond in Snelstap #4 om te beletten dat de
draden los zouden komen tijdens de installatie.
2. Breng de buitendraad naar de zender
Van de buitenkant, duw het paar getwijnde draden door het
gat in de muur. Strip ongeveer 12 mm isolatie van de twee
einden. Steek de einden in de poolklemmen van de draad-
kring die op de zender gemarkeerd zijn.
3. Steek de zender in de stroomtoevoer
Gebruik de bijgeleverde adapter en steek de zender in het
stopcontact. Zet de stroom schakelaar in de AAN (ON) positie
Het groen licht moet op uw zender aangaan om een juist
geïnstalleerde omheiningskring aan te geven. Als het licht
niet aangaat, zie de Training en Foutopsporing Handleiding.
Stap 5
Halsband opladen
Om de halsband goed te kunnen opladen, moet de zender in
de stroomtoevoer aangesloten zijn, AAN gedraaid zijn en ver-
bonden zijn met de omheiningsdraad. Dit is de reden
waarom u de halsband niet mag opladen tot u de ligging van
de omheiningsdraad volledig naar uw zin hebt vastgelegd.
Om op te laden:
1. Plaats de halsbandontvanger in de laadhouder op de
wandzender met de contactpunten naar boven.
2. Het licht van de zender zal groen flikkeren als de halsban-
dontvanger goed in de laadhouder geplaatst is.
3. Wacht 14 uren. (Een hoogfrequent geluid tijdens het
opladen is normaal).
4. Bij het opladen van meerdere halsbanden, wacht minstens
15 seconden vooraleer de volgende halsband in de houder te
plaatsen.
Uw omheiningsdraad moet gelegd zijn en op de juiste
manier aangesloten. De halsbandontvanger moet minstens
14 uren opgeladen zijn. Test het systeem NIET op uw hond.
Stap 6
Test uw omheining
1. Veldgrootte schakelaar
Instellen op klein (SM) voor installaties die minder dan 305
meter draad gebruiken. Voor grotere installaties, zet de
schakelaar op (LG).
2. Regel het insluitveld
Zet de VELDBREEDTE knop op 9 uur.
3. Test het systeem
Kies een deel van de omheiningsdraad dat minstens 15.2
meter lang is. Bevestig de bijgeleverde testlamp aan de con-
tactpunten van de ontvanger en houd de halsbandontvanger
ter hoogte van de nek van uw hond. Stap langzaam met de
halsband naar de omheiningsdraad. Luister voor de
waarschuwingstoon en observeer het aangaan van de test-
lamp. Naarmate u het insluitveld breder maakt, is de kans
kleiner dat uw hond er door zal lopen. Regel de VELD-
BREEDTE volgens uw behoeften en test opnieuw.
Test op een aantal verschillende plaatsen tot u ervan overtu-
igd bent dat er geen draadonderbrekingen zijn en dat het
systeem goed werkt.
Vervolgens, stap volledig langs de omtrek van uw tuin, aan
de "veilige" zijde, om na te gaan dat er geen parasitische
signalen zijn, vooral in de nabijheid van de getwijnde draad
die van de zender komt. Test de halsband zowel in het huis
als rond de binnenkant van het huis. Zoals hiervoor vermeld,
signalen van kabel TV, elektrische of telefonische lijnen kun-
nen parasitische signalen in en uit het huis overbrengen die
per ongeluk de halsband kunnen activeren. Als u dit
fenomeen ervaart, ligt uw omheiningsdraad waarschijnlijk te
dicht bij deze buitenlijnen en moet verlegd of gewijzigd wor-
den. Insluithalsbanden mogen niet in het huis aangedaan
worden.
Stap 7
Begraaf de omheiningsdraad
Voor een efficiënte installatie heeft u de volgende gereed-
schappen nodig:
een spade met vlakke snede, of een gemotoriseerde kant-
wals. Als u van plan bent de draad over de oprit te leggen
heft u ook een kitspuit nodig, siliconen voegcompound en
een cirkelzaag met een steenzaagblad.
1. Controleer dat het systeem uit gedraaid is
Draai de zender uit en neem de adapter uit het AC
stopcontact.
2. Begraaf de draad
Graaf een greppel 2.5 - 7.6 cm diep met een spade met een
vlakke snede of een gemotoriseerde kantwals. Een hoek van
30 - 45 graden zal het gemakkelijkste zijn om te dichten en
de draad in de greppel te houden. Zorg voor een kleine
lengtetoegifte als u de draad begraaft om te compenseren
voor uitzetten en inkrimpen bij temperatuurswisselingen.
Bij het oversteken van een asfalt oprit, maak een 6 mm
diepe snede over de oprit met de steenzaag. Leg de draad in
de opening en dicht af met asfalt dichtingsmiddel. In beton is
er gewoonlijk een expansiegroef die men kan schoonmaken
en voor hetzelfde doel gebruiken, en met doorschijnende sili-
conenvoegsel bedekken.
De draad kan onderwater gelegd worden in beken en riv-
ieren door de draad door een PVC pijp of een stuk tuinslang
te trekken om schade te vermijden.
3. Steek de trainingsvlaggetjes in de grond
Herhaal de stappen beschreven in Stap 6 Test het Systeem.
Zo gauw u de waarschuwingstoon hoort, steek een vlaggetje
in de grond. Herhaal dit proces elke 3 meter rond de omtrek
van het insluitgebied. De vlaggetjes zullen voor uw hond de
visuele aanwijzingen zijn van de omheining tijdens de train-
ing en zullen verwijderd worden tijdens het trainingsproces.
U bent nu klaar om te beginnen met de training van uw
hond.
7.

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières