Sluit de rode klem (+) aan op de pluspool (+) van de accu en verbind vervolgens de zwarte klem (-)
met de aarding/het chassis van het voertuig (een zwaar uitgevoerd metalen deel van het frame of het
motorblok). Sluit niet aan op de carburator of de brandstofleidingen).
3. Klaar voor boostmodus
De groene led brandt ononderbroken op de smartkabel, wat betekent dat de booster in de "Boost
Stand-by modus" staat.
NB.: Zodra het groen ledlampje (ononderbroken) brandt, heeft u 120 seconden de tijd om het voertuig
te starten. Anders moet u de boosterprocedure herbeginnen vanaf stap 1.
NB.: Als de accu van het voertuig diep ontladen is, kan de eerste stroomstoot van de booster de
kortsluitbeveiliging in de smartkabel activeren. Wanneer de situatie opgeheven is, wordt de
smartkabel automatisch gereset.
4. Start de motor
Start de motor maximaal 3 seconden en wacht ten minste 1 minuut voor een tweede poging.
5. Ontkoppel de uitvoerkabel
Nadat de motor is gestart, dient u de accuklemmen uit de boosteraansluiting te halen.
6. Afkoppeling
Maak eerst de zwarte klem (-) los en daarna de rode klem (+).
3.2. Startpoging
Wanneer u de booster gebruikt om een motor te starten, mag u niet langer dan 3 seconden
starten en moet u minstens 1 minuut wachten voordat u een tweede poging doet.
Controleer de smartkabel om te kijken of de groene led ononderbroken brandt als het voertuig een
tweede keer niet start. Als u een pieptoon hoort of een led knippert, raadpleeg dan Problemen
oplossen.
Als er geen activiteit wordt gedetecteerd, wordt de smartkabel na 120 seconden automatisch
uitgeschakeld en branden de rode en groene leds ononderbroken. Koppel de booster los van de accu
van het voertuig en start dan opnieuw op vanaf het starten stap 1.
NB.: Koud weer kan van invloed zijn op de prestaties van de lithiumaccu van de booster. Probeer het
volgende als u alleen een klik hoort en de motor niet draait:
Zet, met de booster aangesloten op de accu van het voertuig en de groene led ononderbroken
brandend op de smartkabel, alle lichten en elektrische accessoires gedurende één minuut aan. Dit
trekt stroom uit de booster en warmt de accu op. Probeer de motor nu rond te zwengelen. Herhaal
de procedure als de motor niet rond draait. Door extreem koud weer moet de accu mogelijk twee of
drie keer worden opgewarmd voordat de motor start.
BELANGRIJK: Probeer uw voertuig NIET meer dan drie keer achter elkaar te boosten. Raadpleeg
een onderhoudsmedewerker als het voertuig na drie pogingen niet start.
3.3. Een mobiel apparaat opladen met de usb-poorten
De booster heeft twee USB-poorten. Eén poort levert 2,4A bij 5V DC; de andere is Quick Charge 3.0,
die 5V bij 3A, 9V bij 2A of 12V bij 1,5A levert.
1. Raadpleeg de fabrikant van uw mobiele apparaat voor de juiste oplaadspecificaties. Sluit
een kabel van het mobiele apparaat aan op de juiste USB-poort.
2. Schuif de ON/OFF-schakelaar in de positie ON. Het laden moet automatisch starten. Het
display toont welke poort wordt gebruikt.
3. De oplaadtijd varieert, afhankelijk van de accugrootte van het mobiele apparaat en de
gebruikte laadpoort. NB.: De meeste apparaten laden op met elke USB-poort, maar mogelijk
langzamer.
4. Wanneer u klaar bent met de USB-poort, haal dan de oplaadkabel uit uw mobiele apparaat
en vervolgens ui het apparaat. Schuif de ON/OFF-schakelaar in de positie OFF.
5. Laad het apparaat na elk gebruik zo snel mogelijk weer op.
42