Klantenservice
Onderhoud
Het onderhoud van de ketel en de
brander mag alleen worden
uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel dat opgeleid is op het
gebied van verwarming. Met het oog
op een goede uitvoering van de
onderhoudswerkzaamheden wordt
aan de beheerder van de installatie
aangeraden om een
onderhoudscontract af te sluiten.
Let op
• Alvorens te beginnen met de
onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden moet het
apparaat van de stroom gehaald
worden.
5
Onderhoudswerkzaamheden aan de
brander
Onderhoudsstand 1
• Reinig de ventilatorbeschermkap en
controleer of deze niet beschadigd is.
Onderhoudsstand 2
• Controleer en reinig de
menginrichting.
• Vervang de sproeikop voor de olie.
• De ontstekingselektroden controleren
en indien nodig vervangen of regelen.
• Monteer de menginrichting. Houdt u
aan de kalibratiegegevens.
• Monteer de brander.
• Start de brander, controleer de
gegevens van rookgassen, en corrigeer
eventueel de afstellingen van de
brander.
48
48
• Het mondstuk en de componenten
van de kop kunnen heet zijn.
Controle van de temperatuur van het
rookgas
• Controleer regelmatig de temperatuur
van de rookgassen.
• Reinig de ketel als de temperatuur
van de rookgassen de waarde van de
inbedrijfstelling met meer dan 30°C
overschrijdt.
• Om de bediening te
vergemakkelijken, een display
installeren voor het weergeven van
de temperatuur van de rookgassen.
1
Onderhoudsstand 3
• Controleer de afdichting en mogelijke
slijtage
van alle voedingscomponenten van de
stookolie (slangen, pomp,
pompafdichting) en de bijbehorende
aansluitingen, en vervang deze indien
nodig.
• Controleer op aanwezigheid van
schade aan elektrische aansluitingen
en verbindingkabels, en vervang deze
indien nodig.
• Controleer en reinig het pompfilter.
Montage van de ventilator
In geval van vervanging van de
ventilator of motor, wordt verwezen
naar het plaatsingsschema. Lijn de
06/2014 - Art. Nr. 4200 1057 7400
Onderhoudsstanden van de brander
• Na het losdraaien van schroef 5 en
het losmaken van de brander, kan de
brander in drie onderhoudsstanden
geplaatst worden.
Stand 1
Onderhoud van de luchtleiding
(reinigen/vervangen ventilator)
Stand 2
Voor het vervangen van de sproeikop
en vervanging/regeling van de elektro-
den.
Stand 3
Voor vervanging van de brandstofpomp
en het filter.
2
binnenflens van de ventilator uit met
plaat B. Plaats een liniaal tussen de
bladen van de ventilator en breng A en
B op dezelfde hoogte, draai de koploze
sleufschroef op de ventilator
(onderhoudsstand 1).
Reiniging en vervanging van de
sproeikop
Gebruik alleen de meegeleverde inbu-
ssleutel om de sproeikop te verwijde-
ren, en zorg ervoor de elektroden niet te
beschadigen. Monteer de nieuwe
sproeikop met dezelfde zorgvuldigheid.
Let op: controleer altijd de positie van
de elektroden na montage van de
sproeikop (zie figuur). Een verkeerde
positie kan leiden tot ontstekingsproble-
men (zie figuur). Een verkeerde positie
kan leiden tot ontstekingsproblemen.
3