BELLEN EN GEBELD WORDEN
Een contactpersoon uit het
telefoonboek bellen
Tijdens het koppelen van een telefoon wordt
de namenlijst ervan automatisch in het sys-
teem gedownload.
Geef het telefoonmenu weer door op 11
of 15 te drukken en selecteer "Telefoonboek
GSM" door 4, 19 of 21 te draaien. Om de
lijst met contactenpersonen weer te geven,
drukt u op 4, 18 of 21.
Selecteer in de lijst de contactpersoon die u
wilt bellen en bevestig daarna met een druk
op 4, 18 of 21 om te bellen.
NB: om terug te keren naar het vorige
scherm, drukt u op 13, 19 of 21.
Het is raadzaam om de auto
te stoppen om een nummer
samen te stellen of een con-
tactpersoon te zoeken.
(1/2)
Telefoonboek GSM
Belgeheugenlijst
Nummer kiezen
Bellen van een contactpersoon
uit de lijst van gevoerde
gesprekken
Geef de oproepgeschiedenis weer door
op 11 of 15 te drukken en daarna de rubriek
"Belgeheugenlijst" te selecteren.
Selecteer het menu "Gekozen nummers",
"Gemiste oproepen" of "Ontvangen oproe-
pen". De oproepgeschiedenis wordt op het
scherm weergegeven. Selecteer de contact-
persoon die of het nummer dat u wilt bellen
en bevestig daarna door op 4, 18 of 21 te
drukken om te bellen.
Een nummer samenstellen en
bellen
Geef het menu "Telefoon menu" weer door
op 11 of 15 te drukken en selecteer daarna
het menu "Nummer kiezen".
Stel de gewenste nummers samen met
behulp van het numerieke toetsenbord
(raadpleeg de paragraaf "Gebruik van een
numeriek toetsenbord" van het hoofdstuk
"Gebruiksprincipes"). Selecteer daarna
en druk op 4, 18 of 21 om uw keuze te be-
vestigen.
NB: het is tevens mogelijk de nummers
samen te stellen door gebruik van de bedie-
ning onder het stuur. Selecteer het nummer
door 19 of 21 te draaien en bevestig elk
nummer door op 18 of 21 te drukken, se-
‡
lecteer daarna
en druk op 4, 18 of 21
om te bellen.
Het systeem kan geen dubbele gesprek-
ken verwerken als uw telefoon is aan-
gesloten. Als u gebeld wordt terwijl u in
gesprek bent, wordt dit tweede gesprek
automatisch afgewezen.
‡
NL.25