AUX-AUDIOBRONNEN
Aux-ingang: Jack-aansluiting
Aansluiting
Sluit de Jack van de aux-ingang 10 met
behulp van een specifieke kabel (niet mee-
geleverd) aan op de hoofdtelefoonuitgang
van het draagbare audioapparaat (meestal
een 3,5 mm plug).
NB: u kunt een track niet rechtstreeks via
uw audiosysteem selecteren. Om een track
te selecteren, moet u rechtstreeks de audio-
speler bedienen als de auto stil staat.
Gebruik
Alleen de tekst Jack wordt op het scherm
van het systeem weergegeven. Er wordt
geen aanduiding van de naam van de artiest
of de track weergegeven.
NL.18
(2/3)
Bluetooth® audio afspelen
(afhankelijk van het model van de uitrusting)
Om uw Bluetooth®-audioapparaat te
kunnen gebruiken, moet u het tijdens het
eerste gebruik aan de auto koppelen.
Door de koppeling kan het audiosysteem
een Bluetooth®-speler herkennen en ont-
houden.
NB: als uw Bluetooth®-apparaat beschikt
over functies voor telefonie en draagbare
audioapparaten, kunt u de telefoon en de
audiospeler of alleen de audiospeler verbin-
den.
Bedien het draagbare audio-
apparaat alleen als de ver-
keersomstandigheden dat toe-
laten.
Berg de audiospeler op tijdens het rijden
(risico van vallen bij krachtig remmen of
bij een botsing).
Aansluiting
– Activeer de Bluetooth® verbinding van de
audiospeler (raadpleeg de gebruiksaan-
wijzing van uw audiospeler);.
– Koppel uw draagbare apparaat aan de
auto (raadpleeg het hoofdstuk "Een tele-
foon koppelen, ontkoppelen").
– Ga naar het menu "Bluetooth apparaten"
door op 5 of 14 te drukken.
NB: als het apparaat voor het eerst op het
systeem wordt aangesloten, wordt de audio
afgespeeld vanaf de eerste track van de
eerste map van de bron. Anders begint het
afspelen vanaf de laatst afgespeelde track
(als u hetzelfde apparaat twee keer na
elkaar aansluit).
NB: als er geen enkel Bluetooth®-apparaat
verbonden is, drukt u op 11 of 15 om de
Bluetooth®-functie te activeren. Met een
druk op 11 of 15 gaat u rechtstreeks naar
de lijst van Bluetooth®-verbindingen (als de
Bluetooth®-functie van de radio geactiveerd
is).