AUX-AUDIOBRONNEN
Gebruik
Uw audiospeler moet zijn verbonden met het
systeem om alle functies te kunnen gebrui-
ken.
NB: een audiospeler die niet eerst gekop-
peld is aan het systeem kan hiermee geen
verbinding maken.
Als de digitale Bluetooth® audiospeler ver-
bonden is, kunt u deze bedienen vanaf het
audiosysteem.
(3/3)
Druk afhankelijk van het apparaat op 8 om
naar de vorige of volgende tracks op het
draagbare audioapparaat te gaan.
NB: het aantal beschikbare functies is af-
hankelijk van het type audiospeler en de
compatibiliteit ervan met het audiosysteem.
NB: raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
uw apparaat voor meer bijzonderheden over
de verbindingsprocedure.
NL.19