BELLEN EN GEBELD WORDEN
Een contactpersoon uit het
telefoonboek bellen
Als een telefoon wordt gekoppeld, wordt de
lijst met contactpersonen automatisch van
de telefoon naar het audiosysteem gedown-
load.
Geef het "Telefoon"-menu weer door te druk-
ken op 10-toets op het bedieningspaneel
van het audiosysteem of op 16, 21 of 26 op
de stuurkolom.
Afhankelijk van het bedieningspaneel van
het audiosysteem, selecteert u het "Tel.
boek"- menu door te draaien aan en te druk-
ken op de 5 -knop, of selecteert u door te
drukken op de 14-. Bevestig daarna uw
keuze door te drukken de 25, -toets of met
de 20-knop op de stuurkolom.
De lijst met contactpersonen wordt op het
display van het audiosysteem weergegeven.
(1/4)
Druk op de "6"-toets op het toetsenblok van
het audiosysteem. Blader in alfabetische
volgorde door de contactpersonen door te
draaien aan en te drukken op de 5 -knop of
selecteer door te drukken op de 14-toetsen.
Bevestig uw keuze vervolgens door te druk-
ken op de 25-toets of met behulp van de 20-
knop op de stuurkolom om een nummer te
bellen.
Opmerking: druk op 6 op het front van het
audiosysteem om terug te keren naar het
vorige scherm.
Het is raadzaam om de auto
te stoppen om een nummer
samen te stellen of een con-
tactpersoon te zoeken.
NL.31