i
5.1 Beschrijving van de veiligheidsfuncties
Obstakelherkenning
De beweging van de band wordt bewaakt. Als het rolluik
tijdens de OMLAAG ( t )-beweging een obstakel
raakt, dan stopt de band met bewegen en wordt de
WPD60UP uitgeschakeld.
i
Na het uitschakelen kan het rolluik niet meer
in dezelfde richting worden bewogen.
◆ Beweeg de bandoproller eerst in de
tegenovergestelde richting en verwijder
het eventueel aanwezige obstakel.
◆ Nu kan het rolluik ook in de oorspronkelijke
bewegingsrichting weer worden bewogen.
Bij uitval van de obstakelherkenning bestaat er
verwondingsgevaar.
◆ De band moet zo gelijkmatig mogelijk opgerold
zijn om de obstakelherkenning veilig te laten
functioneren.
◆ Let op of de band na een activering van de obstakel-
herkenning weer recht en gelijkmatig wordt afgewik-
keld wanneer het rolluik wordt gebruikt.
Overbelastingsbeveiliging
De WPD60UP is beveiligd tegen overbelasting.
Als de aandrijving bij de OMHOOG ( ▲ )-
beweging blokkeert (bijv. door bevriezing), dan
wordt de WPD60UP uitgeschakeld.
◆ Verwijder eerst de oorzaak van de overbelasting.
◆ Daarna functioneert de WPD60UP
weer in beide richtingen.
NL
13