Nederlands
13.1.2
Uitvoering met beugelhandgreep
3
2
1 Gashendelblokkering
2 Gashendel
3 Stopschakelaar – met de werkstand en
0 = stopstand. Voor het uitschakelen van het
contact moet de stopschakelaar worden inge‐
drukt – zie "Werking van de stopschakelaar
en het contact"
13.1.3
Werking van de stopschakelaar en het
contact
Zodra de stopschakelaar wordt ingedrukt, wordt
het contact uitgeschakeld en de motor afgezet.
Na het loslaten veert de stopschakelaar automa‐
tisch weer in de werk-stand terug: Nadat de
motor stilstaat wordt in de werkstand het contact
automatisch weer ingeschakeld – de motor is
startklaar en kan worden gestart.
94
1
13.2
Motor starten
► Balg (4) van de hand-benzinepomp (P) ten
minste 5-maal indrukken – ook als de balg met
benzine is gevuld
13.2.1
Koude motor (koude start)
► Chokeknop (5) indrukken en hierbij in
stand g draaien
13.2.2
Warme motor (warme start)
► Chokeknop (5) indrukken en hierbij in
stand < draaien
Deze instelling geldt ook als de motor reeds
heeft gedraaid, maar nog koud is.
13 Motor starten/afzetten
4
5
5
0458-570-9421-E