6
Ingebruikname
1.
Open de koudwaterstopkraan.
2.
Open de warmwaterkranen.
3.
Wacht tot er water uit de warmwaterkranen stroomt.
4.
Sluit de warmwaterkranen.
5.
Controleer de veiligheidsinrichting door de aftapkraan
te openen.
◁
Uit de aftapkraan moet water komen.
6.
Controleer alle buisverbindingen op lekkages.
7.
Steek de stekker in de wandcontactdoos.
Geldigheid: eloSTOR pro
▶
Stel met de draaiknop de temperatuur op de gewenste
waarde in.
7
Verbrandingsbescherming
De elektrische boiler kan met of zonder verbrandingsbeveili-
ging functioneren.
Het product wordt af fabriek met uitgeschakelde verbran-
dingsbeveiliging geleverd.
Wanneer de gebruiker de verbrandingsbeveiliging wil active-
ren, kan deze de schakelaarstand van de verbrandingsbe-
veiliging op de besturing omzetten of de installateur vragen,
de verandering uit te voeren..
De maximale temperatuur van het warme water is bij inge-
schakelde verbrandingsbescherming 41,5 ± 5 ºC.
Geldigheid: eloSTOR pro
2
3
1
1
Draaiknop
2
Bedieningsveld
3
Schakelaar verbran-
dingsbeveiliging
36
4
5
4
Stand verbrandingsbe-
veiliging gedeactiveerd
5
Stand verbrandingsbe-
veiliging geactiveerd
8
Product aan gebruiker opleveren
▶
Instrueer de gebruiker over de bediening van het product.
Beantwoord alle vragen. Wijs de gebruiker vooral op de
veiligheidsvoorschriften die hij in acht moet nemen.
▶
Geef aan de gebruiker uitleg over positie en werking van
de veiligheidsinrichtingen.
Gevaar!
Levensgevaar door legionellabacteriën!
Legionellabacteriën ontwikkelen zich bij tem-
peraturen onder 60 °C.
▶
Zorg ervoor dat de gebruiker alle maatre-
gelen voor de legionellabeveiliging kent
om de geldende voorschriften voor het
voorkomen van legionellabacteriën te ver-
vullen.
▶
Informeer de gebruiker over de mogelijkheden om de
warmwatertemperatuur aan het aftappunt te begrenzen
opdat verbrandingen verhinderd worden.
▶
Informeer de gebruiker over de noodzaak om het product
regelmatig te laten onderhouden.
▶
Geef de gebruiker alle voor hem bestemde handleidingen
en toestelpapieren, zodat hij ze kan bewaren.
9
Inspectie en onderhoud
9.1
Inspectie- en onderhoudsintervallen
Deskundige, regelmatige inspecties (1 x per jaar) en onder-
houdsbeurten (afhankelijk van het resultaat van de inspec-
tie, ten minste echter een keer om de 2 jaar) en uitsluitend
gebruik van originele reserveonderdelen zijn voor een sto-
ringvrij gebruik en een lange levensduur van het product van
doorslaggevend belang.
Inspectie
Het doel van de inspectie is een vergelijking van de werke-
lijke toestand van het product met de gewenste toestand. Dit
gebeurt door meten, testen en observeren.
Onderhoud
Onderhoud is nodig om eventuele afwijkingen tussen de
werkelijke toestand en de gewenste toestand te verhelpen.
Dit gebeurt meestal door reinigen, instellen en indien nodig
vervangen van afzonderlijke aan slijtage onderhevige com-
ponenten.
9.2
Productmantel demonteren
Maak de schroef los en neem de mantel weg.
Installatiehandleiding 0020312596_00