4.
Op de onderkant van de watertank zit een
clip die het filter verbindt met de tank.
Draai de clip 90 graden tegen de klok in en
ontkoppel het filter van de watertank.
5.
Leeg de watertank in een gootsteen,
afvoer of andere geschikte omgeving en
droog hem met een schone, droge doek.
6.
Bevestig het filter weer aan de tank,
druk de tank terug in het apparaat en
vergrendel hem op zijn plek met de clip.
REINIGING & OPSLAG
WAARSCHUWING: Zet het apparaat altijd UIT
en trek de stekker uit het stopcontact voordat u
het apparaat reinigt of anderzijds behandeld.
LET OP: Gebruik geen schuurmiddelen of
oplosmiddelen, omdat deze het apparaat
beschadigen. Zorg dat er geen water of andere
vloeistoffen doordringen binnenin het apparaat,
dit kan elektrisch gevaar of brandgevaar
opleveren.
Externe reiniging:
•
Reinig het externe oppervlak van het
apparaat door het met een zachte, vochtige
doek af te vegen. Droog het apparaat met
een zachte, schone doek.
•
Reinig de ventilatieopeningen en uitgangen
met een stofzuiger met borstelmondstuk
om te voorkomen dat stof en vuil zich
ophopen.
Reiniging van het luchtfilter:
Wij raden aan dat u het luchtfilter in uw apparaat
om de twee weken reinigt. De behuizing van het
filter bevindt zich achter het verdampingsfilter
(de blauwe honingraat).
Om toegang te krijgen tot het filter:
1.
Verwijder voorzichtig de filterbehuizing
vanaf de achterzijde van het apparaat.
2.
Verwijder de honingraat, het
verdampingsfilter, van de voorzijde van het
luchtfilter en verwijder dan het luchtfilter uit
de filterbehuizing.
3.
Gebruik een stevige borstel of een
stofzuiger met borstelmondstuk om het
filter te reinigen.
4.
Plaats het luchtfilter en de honingraat, het
verdampingsfilter, weer in de filterbehuizing
en plaats dan de filterbehuizing als geheel
weer terug in het apparaat.
5.
De watertank reinigen:
WAARSCHUWING: Laat nooit water in de
watertank staan als het apparaat niet in gebruik
is. In stilstaand water kunnen micro-organismen
zich vermenigvuldigen. De watertank dient
regelmatig gelegd en gereinigd te worden.
De watertank moet tenminste één keer per
week, voorafgaand aan opslag, worden
gereinigd, om aangroei van schimmel,
meeldauw en bacteriën te voorkomen.
1.
Verwijder en leeg de watertank volgens
bovenstaande instructies.
2.
Reinig de watertank met warm kraanwater
en een mild schoonmaakmiddel (bijv.
afwasmiddel).
Opmerking: Gebruik geen kokend water om de
watertank te reinigen.
3.
Zorg dat eventuele kalkaanslag of
afzettingen die zich in de watertank hebben
gevormd worden verwijderd.
4.
Veeg alle oppervlakken droog alvorens de
watertank terug in het apparaat te plaatsen.
Nederland | 47