Controle Van De Werking - Sundstrom SR 500 EX Notice D'utilisation

• Als het deeltjesfilter verstopt is
Als het deeltjesfilter verstopt is, wordt dat als volgt
aangegeven:
o Er klinkt vijf seconden lang een aanhoudend
geluidssignaal.
o De rode waarschuwingsdriehoek op het
display gaat knipperen.
De waarschuwingsdriehoek knippert aanhoudend,
terwijl het geluidssignaal wordt herhaald met
tussenpozen van 80 seconden.
Actie: Onderbreek onmiddellijk het werk, verlaat het
gebied en vervang het filter.
Let op! Er wordt geen signaal afgegeven als de
gasfilters verzadigd zijn. Lees meer over het vervangen
van de gasfilters in onderstaand hoofdstuk 2.4 Filters
en in de gebruiksaanwijzing van de filters.
• Als de accucapaciteit te laag is
Als de accucapaciteit gedaald is tot ongeveer 5% van
de oorspronkelijke capaciteit, wordt dat als volgt
aangegeven:
o Een geluidssignaal wordt twee keer herhaald
met een interval van twee seconden.
o Het gele accusymbool op het display gaat
knipperen.
Het accusymbool knippert continu, terwijl het
geluidssignaal wordt herhaald met intervallen van
30 seconden, totdat er nog ongeveer één minuut
rest voordat de accu helemaal leeg is. Het
geluidssignaal wordt daarna intermitterend.
Actie: Onderbreek onmiddellijk het werk, verlaat het
gebied en vervang/laad de accu.

3.4 Controle van de werking

Er moet altijd een controle van de werking worden
uitgevoerd voordat de ventilator wordt gebruikt.
Controle van de minimumstroming – MMDF
• Controleer of de ventilator compleet is, op de juiste
manier gemonteerd is en schoon en intact is.
• Zet de ventilator aan.
• Plaats het gelaatsstuk in de debietmeter.
• Pak het onderste deel van de zak vast om een
afdichting te vormen rond de bovenste bevestiging
van de ademluchtslang. Afb. 19.
Let op! Pak niet de ademluchtslang zelf vast,
hierdoor kan de luchtstroom worden
belemmerd of wordt mogelijk geen goede
afdichting verkregen.
• Houd met de andere hand de debietmeterbuis vast,
zodat de buis recht vanuit de zak omhoog steekt.
Afb. 19.
• Lees de positie van de kogel in de buis af. De kogel
moet op dezelfde hoogte of net boven de bovenste
aanduiding op de buis (175 l/min) staan. Afb. 20.
Als de minimumstroming niet wordt behaald,
controleer dan of:
- de stromingsmeter rechtop wordt gehouden;
- de kogel vrij beweegt;
- de zak rondom de slang goed afdicht.
Controle van alarm
Het product dient te waarschuwen als er een obstakel
in de luchtstroming aanwezig is. De alarmfunctie dient
ook altijd te worden gecontroleerd vóór gebruik (tijdens
het controleren van de stroming). Ga als volgt te werk:
• Forceer een onderbreking in de luchtstroming door
met de hand het bovenste deel van de zak vast te
106
pakken of de afvoer van de stromingsmeter af te
sluiten. Afb. 21.
• De ventilator dient nu een alarm te produceren door
geluids- en lichtsignalen.
• Als de lucht weer onbelemmerd kan stromen,
worden de alarmsignalen automatisch na 10-15
seconden uitgeschakeld.
• Zet de ventilator uit en verwijder de stromingsmeter.
3.5 Opzetten
Na montage van de filters, controle van de werking en
aansluiting van het gelaatsstuk kunt u het product opzetten.
Lees vóór het opzetten ook de gebruiksaanwijzing voor
het gelaatsstuk.
• Zet de ventilator op en pas de riem aan, zodat de
ventilator stevig en comfortabel achter op uw
middel zit. Afb. 22.
• Start de ventilator door de bedieningsknop in te
drukken. Zie tevens 2.6.
• Zet het gezichtsonderdeel op.
• Zorg ervoor dat de ademhalingsluchtslang langs uw
rug loopt en niet gedraaid zit. Afb. 22. Bij gebruik
van een volgelaatsmasker moet de slang rond uw
middel en omhoog naar uw borstkas lopen. Afb. 23.
3.6 Afzetten
Zet het product niet af voordat u het verontreinigde
gebied hebt verlaten.
• Zet het gezichtsonderdeel af.
• Schakel de ventilator uit.
• Maak de riem los en neem de ventilator af.
Na gebruik dient u het product te reinigen en te
controleren. Zie 4. Onderhoud.
4. Onderhoud
Degene die verantwoordelijk is voor reiniging en
onderhoud van het product dient een geschikte
opleiding te hebben gevolgd en vertrouwd te zijn met
dit soort taken.
4.1 Reinigen
Voor het dagelijks onderhoud adviseren we het
reinigingsdoekje SR 5226 van Sundström. Als er
grondiger moet worden schoongemaakt of ontsmet,
ga dan als volgt te werk:
• Breng de afdichtdoppen aan. Zie 3.2 e.
• Gebruik een zachte borstel of spons en een
afwasmiddelsopje of iets dergelijks.
• Spoel het apparaat schoon en laat het drogen.
• Besproei de ventilator zo nodig met een oplossing
met 70% ethanol of isopropylalcohol om het
apparaat te desinfecteren.
LET OP! Reinig nooit met een oplosmiddel.
4.2 Opslag
Na reiniging dient het product droog en schoon op
kamertemperatuur te worden bewaard. De ventilator
dient bij voorkeur opgeborgen te worden met de plugs
gemonteerd. Vermijd direct zonlicht. De stromingsmeter
kan binnenstebuiten worden gekeerd en kan dienen
als opbergzak voor het gezichtsonderdeel.
4.3 Onderhoudsschema
Aanbevolen minimumeisen voor de onderhouds-
procedures zodat u er zeker van kunt zijn dat het
product altijd goed werkt.