e) Plugkit
Met de plugkit wordt de ventilator schoongemaakt of
ontsmet en wordt verhinderd dat vuil en water in de ven-
tilatorbehuizing komen.
Maak de ademhalingsslang en de filters los en installeer
de plugs. Afb. 42.
3.6 Bedrijf/functie
Starten/uitschakelen
• Start de ventilator door de bedieningsknop één keer
in te drukken Afb. 26.
• De symbolen op het display gaan branden, er klinkt
een geluidssignaal en de vibrator gaat trillen Afb. 27.
• Het accusymbool op het display geeft de
accucapaciteit aan.
o Groen branden: > 70 %
o Groen knipperen: 50-70 %
o Geel branden: 20-50 %
o Rood knipperen: < 20 %
• De ventilator start in de normale bedrijfsstand.
Schakel met behulp van de bedieningsknop tussen
de normale en de geforceerde bedrijfsstand.
• Voor het uitschakelen van de ventilator houdt u de
bedieningsknop ongeveer twee seconden ingedrukt.
Symbolen op het display
Afb. 28
a) Accu: Dit symbool geeft de accucapaciteit bij het
starten aan en geeft aan wanneer de accu bijna leeg is.
b) Kleine ventilator: dit symbool gaat groen branden
tijdens normaal bedrijf.
c) Grotere ventilator: dit symbool gaat groen branden
bij geforceerd bedrijf.
d) Waarschuwingsdriehoek: Dit symbool gaat rood
branden als de luchtstroming wordt geblokkeerd of
als de filters verstopt zijn.
Waarschuwingssysteem/alarmsignalen
• Bij obstakels in de luchtstroming
o
Er wordt een pulserend geluidssignaal gegeven.
o
wordt de ingebouwde vibrator geactiveerd
o
De rode waarschuwingsdriehoek op het display
knippert.
Actie: onderbreek onmiddellijk het werk, verlaat het ge-
bied en controleer de apparatuur.
• Als het deeltjesfilter verstopt is
o Er klinkt vijf seconden lang een aanhoudend
geluidssignaal.
o de ingebouwde vibrator wordt vijf seconden
geactiveerd
o De rode waarschuwingsdriehoek op het display
gaat knipperen.
De waarschuwingsdriehoek knippert continu, terwijl het
geluidssignaal en de vibrator met tussenpozen van 80
seconden worden herhaald.
Actie: Onderbreek onmiddellijk het werk, verlaat het ge-
bied en vervang het filter.
Let op! Er wordt geen signaal geactiveerd als de gasfil-
ters verzadigd zijn. Zie voor meer informatie over ver-
vanging van de gasfilters 3.4 Filters en de gebruiksaan-
wijzing die bij de filters wordt geleverd.
• Als de accucapaciteit minder dan 5% bedraagt
o Een geluidssignaal wordt twee keer herhaald
met een interval van twee seconden.
o De ingebouwde vibrator wordt twee keer geacti-
veerd met een interval van twee seconden
o Het accusymbool op het display knippert rood
Het accusymbool knippert continu, terwijl de andere
signalen met intervallen van 30 seconden worden her-
haald totdat het nog ongeveer één minuut duurt voordat
de accu helemaal leeg is. Het geluidssignaal wordt
daarna intermitterend.
Actie: Onderbreek onmiddellijk het werk, verlaat het ge-
bied en vervang/laad de accu.
3.7 Controle van de werking
Er moet altijd een controle van de werking worden uitge-
voerd voordat de ventilator wordt gebruikt.
Controle van de minimumstroming – MMDF
• Controleer of de ventilator compleet is, op de juiste
manier gemonteerd is en schoon en intact is.
• Zet de ventilator aan.
• Plaats het gezichtsonderdeel in de stromingsmeter.
o Ademhalingsslang PU (SR 550) en PU (SR 951):
Pak het onderste deel van de zak vast om een afdi-
chting rond de ademhalingsluchtslang te vormen.
o Ademhalingsslang van rubber (SR 551) en PU
(SR 952): Pak het onderste deel van de zak vast
om een afdichting te vormen rond de bovenste be-
vestiging van de ademhalingsluchtslang Afb. 29.
Let op! U mag de rubberslang zelf niet vastpakken,
omdat hierdoor de luchtstroming kan worden belem-
merd of geen goede afdichting wordt verkregen.
• Houd met de andere hand de stromingsmeterbuis vast,
zodat de buis vanuit de zak recht omhoogsteekt. Afb. 30.
• Lees de positie van de kogel in de buis af. De kogel
moet op dezelfde hoogte of net boven de bovenste
aanduiding op de buis (175 l/min) staan. Afb. 31.
Als de minimumstroming niet wordt behaald, con-
troleer dan of:
- de stromingsmeter rechtop wordt gehouden,
- de kogel onbelemmerd kan bewegen,
- de zak goed rondom de slang afdicht.
Controle van alarm
Het product dient te waarschuwen als er een obstakel in
de luchtstroming aanwezig is.
• Forceer een onderbreking in de luchtstroming door
met de hand het bovenste deel van de zak vast te
pakken of de afvoer van de stromingsmeter af te slu-
iten. Afb. 32.
• De ventilator dient nu een alarm te produceren met
geluids- en lichtsignalen en trillingen.
• Als de lucht weer onbelemmerd kan stromen, wor-
den de alarmsignalen automatisch na 10-15 secon-
den uitgeschakeld.
3.8 De apparatuur opzetten
Na montage van de filters, controle van de werking en
aansluiting van het gezichtsonderdeel kunt u het pro-
duct opzetten. Lees vóór het opzetten ook de gebru-
iksaanwijzing voor het gezichtsonderdeel.
• Zet de ventilator op en pas de riem aan, zodat de ventila-
tor stevig en comfortabel achter op uw middel zit. Afb. 33.
• Zet de ventilator aan.
• Zet het gezichtsonderdeel op.
• Zorg ervoor dat de ademhalingsslang langs uw rug
loopt en niet gedraaid zit. Afb. 33.
Bij gebruik van een volgelaatsmasker moet de slang rond
uw middel en omhoog naar uw borstkas lopen. Afb. 34.
Wanneer er een halfgelaatsmasker wordt gebruikt, moet
de slang over uw rug en schouders worden geleid.
Slang SR 951, zie Afb. 35. Slang SR 952, zie Afb. 36.
91