OPMERKINGEN BIJ HET OPSTARTEN VAN DE MOTOR
1. Kijk goed rond en zorg ervoor dat er zich binnen een straal van 15 m rond
de bosmaaier geen obstakels bevinden.
2. Plaats de bosmaaier op de grond, op een vlak en vrij stuk, en houdt hem
stevig vast zodat geen snijdonderdelen noch de gashendel tegen obstakels
botsen bij het opstarten van de motor.
3. Plaats de gashendel in de stationaire stand bij het opstarten van de
motor.
4. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
VEILIGHEIDSMAATREGELEN TEGEN TERUGSLAG
1. Voordat u begint te werken, dient u de werkzone vrij te maken en gras
rond de obstakels te verwijderen.
2. Neem bij het gebruiken van de bosmaaier geen andere onderdelen dan
de twee hendels of handgrepen vast.
3. Laat bij het gebruik van de bosmaaier uw blik nooit wegglijden. Plaats
indien nodig de gashendel in de stationaire stand.
4. Zorg ervoor dat het toestel nooit te dicht bij uw voeten komt en hijs het
toestel nooit boven uw middel.
OPMERKINGEN INZAKE TRANSPORT
(a). Breng de geschikte snijbladafscherming aan (indien voorzien)
4. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
VEILIGHEIDSMAATREGELEN BEDIENING
(a). Grijp de hendels van de bosmaaier stevig met beide handen vast. Als u
het werk even pauzeert, plaatst u de gashendel in stationaire stand.
(b). Zorg ervoor dat u tijdens het maaien stevig op de grond en in balans
staat.
(c). Houd de snelheid van de motor op het niveau dat is vereist voor het
maaiwerk, verhoog de snelheid nooit boven het nodige niveau.
d. Raak de ontstekingsbougie of voedingskabel nooit aan terwijl de motor
9