6. Ingebruikneming
6.2 Eerste ingebruikname
Voor de eerste ingebruikneming van de machine moet met het
volgende rekening worden gehouden:
Opmerking
i
De eerste ingebruikneming mag uitsluitend door
een hiermee belaste / hiervoor bevoegde mede-
werker van de producent / distributeur of onder
zijn toezicht worden uitgevoerd.
•
Controleer of de machine volgens de genoemde voorschriften
werd gemonteerd!
•
Zorg ervoor dat de machine stevig staat!
•
Controleer of er na de montage geen vreemde voorwerpen
(gereedschap, bouwmaterialen enz.) in de machinezone zijn
achtergebleven!
•
Stel de werkhoogte van de machine in conform de ergonomi-
sche richtlijnen!
•
Controleer of de bedrijfsspanning overeenkomt met de
spanningsinformatie op het typeplaatje en of motoren of
andere aandrijfaggregaten in de vereiste transportrichting
aandrijven!
•
Controleer de slangen en de slangverbindingen naar de
pneumatische onderdelen!
•
Zorg ervoor dat bewegende onderdelen niet belemmerd
worden in de hiervoor vereiste vrije zones en dat de veilig-
heidsafstanden worden aangehouden!
6.2.1 Functionele test zonder materiaal
De machine mag alleen door geschoold en gekwalificeerd perso-
neel in gebruik worden genomen.
Voor de ingebruikneming met materiaal moet de machine leeg
draaien, om de onderdelen van de machine met een zo laag
mogelijke belasting te laten inlopen. Gedurende deze tijd moeten
vooral de bewegende machineonderdelen gecontroleerd worden
op een verhoogde opwarming en geluiden. Een sterke opwarming
duidt op fouten in de uitlijning of bij de smeermiddelen, zodat
daar een aanpassing moet worden uitgevoerd.
6.2.2 Functionele test met materiaal
Nadat de machine zonder materiaal werd gecontroleerd en
ingelopen, volgt de ingebruikneming met componenten onder
bedrijfsomstandigheden.
Opmerking
i
Let, net zoals bij de ingebruikneming zonder ma-
teriaal, op ongewone geluiden en opwarming!
nl
83