3. Veiligheid
3.10 Scholing/instructie
Als gebruiker bent u verplicht om het bedienend personeel te in-
formeren over wets- en ongevallenpreventievoorschriften evenals
over de aanwezige veiligheidsvoorzieningen, resp. hen hierover te
instrueren. Houd hierbij rekening met de verschillende vakkundige
kwalificaties van de medewerkers.
Het bedienend personeel moet de instructie hebben begrepen,
opvolgen en de documentatie hebben ondertekend.
Alleen op die manier bereikt u een veiligheids- en risicobewuste
werkwijze van het personeel. Als exploitant moet u derhalve de
deelname hieraan schriftelijk laten bevestigen door iedere mede-
werker.
Alle elektrische componenten werden zo ontworpen aange-
sloten, dat er zelfs bij storingen in het veiligheidscircuit een
effectieve bescherming is of dat de storing herkend en de
machine uitgeschakeld wordt.
Door toepassing van deze veiligheidsmaatregelen worden de
risico's dusdanig geminimaliseerd, dat de machine veilig kan
worden gebruikt.
Opmerking
i
Alle aanwezige veiligheidsvoorzieningen
moeten minimaal een keer voor aanvang van
iedere ploegendienst worden gecontroleerd
op aanwezigheid en beschadigingen (visuele
controle).
3.11 Persoonlijke beschermingsmiddelen
De exploitant moet de volgende persoonlijke beschermings-
middelen ter beschikking stellen:
•
veiligheidsschoenen
•
beschermbril (indien nodig)
•
veiligheidshandschoenen (indien nodig)
Opgelet
Gevaar voor letsel!
Zorg ervoor dat personeel geen losse lange ha-
ren, loszittende kleding of sieraden noch ringen
draagt; er bestaat letselgevaar door blijven
hangen of intrekken.
nl
77