1
WAARSCHUWInGEn
WAAR U OP MOET LETTEn
•De compressor moet gebruikt worden in geschikte ruimten (met goede
ventilatie, omgevingstemperatuur tussen +5°C en +40°C).
• Houd altijd een veiligheidsafstand van minstens 4 meter tussen de
compressor en het werkgebied aan.
• De compressor moet geplaatst worden op een stabiele ondergrond in
horizontale positie, om een correcte werking en een correcte smering te
garanderen.
• Controleer voordat de aansluiting wordt gemaakt, of de netspanning
conform de elektrische kenmerken van de motor is.
n
• Gebruik verlengsnoeren van maximaal 5 meter en met een passende
kabeldoorsnede. Men raadt het gebruik van verlengsnoeren met andere
L
lengte alsmede van adapters en meervoudige stekkerdozen af.
• Gebruik voor het uitschakelen van de compressor uitsluitend de schakelaar
of de keuzeschakelaar op het bedieningspaneel. Schakel de compressor
nooit uit door de stekker uit het stopcontact te nemen, om opnieuw starten
met de compressorkop onder druk te voorkomen (bij de versies die niet
van een magneetklep zijn voorzien).
• Gebruik geschikte middelen voor het verplaatsen van de compressor (bijv.:
transpallet, heftruck, enz.).
• Het
gebruik
van
perslucht
gebruiksmogelijkheden
verfspuiten, wassen etc.) brengt de kennis en de inachtneming van de
voorschriften die in de afzonderlijke gevallen zijn voorzien, met zich mee.
• Start de machine uitsluitend na gecontroleerd te hebben of alle
beschermpanelen goed gemonteerd zijn en niemand direct of indirect
getroffen wordt door luchtstralen die uit leidingen komen die zonder
voorafgaande kennisgeving onder druk zijn gezet.
• Ventileer de werkplek om de lucht die in de omgeving wordt geloosd op
geschikte wijze te verdunnen.
• Controlleer of het luchtgebruik en de maximum druk van de te proberen
luchtdrukwerktuigen geschikt zijn met de aangetekende druk
drukregelaar en met de hoeveelheid lucht geleverd door de compressor.
nIET
WAT U
MAG DOEn
• Perslucht is een potentieel gevaarlijke vorm van energie.
De leidingen met perslucht moeten op geschikte wijze verankerd worden
en vooral rubberen slangen kunnen, als ze niet stevig bevestigd zijn,
ernstige schade veroorzaken door hun onvoorspelbare bewegingen.
• Richt de straal van lucht/vloeistoffen nooit op mensen, dieren of op het
eigen lichaam.
• Richt de vloeistofstraal van gereedschappen die op de compressor zijn
aangesloten nooit op de compressor zelf.
• Gebruik het apparaat niet met blote voeten of met natte handen en
voeten.
• Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Vervoer de compressor niet met de tank onder druk (voor de modellen die
hiervan voorzien zijn).
• Voer geen laswerkzaamheden of mechanische bewerkingen op de
compressor uit. In geval van defecten of corrosie van de tank moet de
volledige tank vervangen worden.
• Sta het gebruik van de compressor niet toe aan onervaren personen
zonder passende bewaking. Houd kinderen en dieren uit de werkzone.
• Reinig de machine niet met oplosmiddelen, ontvlambare of giftige
vloeistoffen. Gebruik uitsluitend een vochtige doek en controleer of de
machine van de stroomvoorziening is afgekoppeld.
• Het gebruik van de compressor is strikt verbonden met de compressie van
lucht. Gebruik de machine voor geen enkel ander type gas.
• De door de machine geproduceerde perslucht mag niet gebruikt worden
voor farmaceutische of medische toepassingen of voor levensmiddelen, of
alleen maar na speciale behandelingen te hebben ondergaan, en mag niet
gebruikt worden om zuurstofflessen voor duikers te vullen.
• Raak niet de interne, bewegende onderdelen aan.
• Stel het apparaat nooit bloot aan explosieve of ontvlambare stoffen, zuren,
Bewaar deze handleiding voor toekomstige raadpleging
voor
de
verschillende
(opblazen,
pneumatische
gereedschappen,
dampen of gassen, of aan de weersinvloeden (regen, zon, mist, regen).
• Plaats geen ontvlambare voorwerpen of voorwerpen van nylon en stof in
de buurt van en/of op de compressor.
• Sluit de luchtinlaatopeningen van de compressor niet af.
WAT U MOET WETEn
• VoediNG
Alle machines, zowel met directe als ster-driehoekstart (S/T),
zijn uitgerust voor driefasenspanning 400V/50Hz, behalve de B2800
eenfasemodellen, die zijn uitgerust voor 230V/50Hz spanning.
De elektrische schema's zijn in de kast te vinden.
• BedieNiNGSPaNeel
Bij de modellen 2 - 3 HP zijn aanwezig:
On/Off schakelaar, twee manometers (een voor aflezing van de druk in de
tank en de ander voor de gebruiksdruk), urenteller, drukregelaar (fig. 1).
Bij de modellen 4 - 5,5 HP (directe start) zijn aanwezig:
On/Off schakelaar, manometer toevoerdruk en urenteller (fig. 2).
Bij de modellen 5,5 HP (ster-driehoekstart) zijn aanwezig:
On/Off keuzeschakelaar, manometer toevoerdruk, noodstopknop en
urenteller, start knoppen (activering van de thermische beveiliging) (fig. 3).
toegestane
Bij de modellen 7,5 - 10 HP zijn aanwezig:
Start «I» en Stop «O» knoppen, controlelampen «machine onder spanning»
+ «On-Off/Stand-by» + «Onvoldoende oliepeil» (bij de modellen die
hiervan voorzien zijn) + «Activering thermische beveiliging» + «Activering
Noodstop», noodstopknop, urenteller en manometer toevoerdruk (fig. 4).
• iNTermiTTeNTieVerHoudiNG
Deze compressoren zijn gebouwd om te werken met een
intermittentieverhouding, teneinde oververhitting van de elektromotor
op de
te voorkomen. Wij adviseren een intermittentieverhouding van 50%,
bijvoorbeeld 5 minuten bedrijf en 5 minuten stilstand.
Bij de versies 7,5 - 10 HP knippert de controlelamp «On-Off/Stand-
by» wanneer de machine in stand-by staat door tussenkomst van de
pressostaat.
• aCTiVeriNG VaN de THermiSCHe BeVeiliGiNG
In het geval dat overmatige stroom door de elektromotor wordt geabsorbeerd,
grijpt de thermische beveiliging van de motor zelf in, waardoor automatisch
de voeding wordt onderbroken. In dit geval moet, nadat de oorzaken zijn
vastgesteld die de activering van de thermische beveiliging hebben bepaald,
de machine worden uitgeschakeld, van de stroomvoorziening worden
afgekoppeld om het risico op elektrische schokken te voorkomen, en op de
volgende manieren gereset worden.
Bij de eenfasemodellen (2 - 3 HP) moet men handmatig ingrijpen, door
op de resetknop op de klemmendoos van de motor te drukken (fig. 5).
Bij de driefasemodellen met directe start (2 - 3 - 4 - 5,5 HP) moet men
ook handmatig ingrijpen, door de knop op de pressostaat (in de compressor
bij 2 - 3 HP) op het bedieningspaneel bij 4 - 5,5 HP) in de ingeschakelde
stand te brengen (fig. 6).
Bij de modellen 5,5 HP met ster-driehoekstart en bij alle 7,5 - 10 HP
modellen drukt men op de drukknop van het thermische beveiligingsrelais
van de motor in de schakelkast (fig. 7).
• maGNeeTkleP
Alle modellen met ster-driehoekstart (van 5,5 t/m 10 HP) en de modellen 2
- 3 HP (directe start) zijn voorzien van een magneetklep (fig 8/a) die zorgt
voor het lossen van lucht uit de kop van de compressor en uit de toevoerlijn,
zodat de volgende start vereenvoudigd wordt.
Op alle versies wordt deze taak door de pressostaat verricht.
• VeiligHeidSKleP
Alle compressoren zijn voorzien van een veiligheidsklep die in geval van
onregelmatige werking van de pressostaat open gaat om te voorkomen dat
de druk in de tank de veiligheidswaarden overschrijdt.
Alle tweetraps compressoren (4 - 5,5 - 7,5 - 10 HP) zijn ook van een
veiligheidsklep voorzien op het spruitstuk van de pompgroep, op de kleine
36