DSC WT5500 Instructions D'installation page 19

Het toetsenpaneel registreren
De WT5500 en de paneel moeten achter elkaar worden geconfigureerd om
ervoor te zorgen dat het systeem goed functioneert.
1. Schakel de paneel in. Het paneel is gedurende twee minuten alert op
elke toetsenpaneelregistratie. De paneel-LED's Gereed en Wisselstroom
zullen gedurende deze twee minuten knipperen.
2. Er moet in deze twee minuten een WT5500 zijn ingeschakeld om deze toe
te wijzen aan de paneel.
3. Houd [,] en [1] tegelijkertijd ingedrukt; zo zorgt u ervoor dat het toet-
senpaneel zijn elektronisch serienummer (ESN) verzendt.
4. Wanneer het toetsenpaneel op het systeem is geregistreerd (dit duurt max-
imaal 5 seconden), verschijnt gedurende vijf seconden het bericht 'Enroll-
ment Successful' op het LCD-toetsenpaneel. De LED's Gereed en
Wisselstroom worden in de oorspronkelijke staat teruggebracht.
5. Herhaal stap 3 en 4 voor de registratie van elk extra toetsenpaneel.
Opmerking: Slechts een bediendeel WT5500 kan worden ingelezen
op de SCW9055/9057.
Labels programmeren
1. Gebruik deze sectie om aan elke zone een herkenbare naam toe te wijzen
(zoals Voordeur en Gang).
2. Open de toetsenpaneelprogrammering in door te drukken op
[,][8][Installateurcode][,].
3. Voer het driecijferige sectienummer in voor het te programmeren label.
4. Plaats de cursor met de pijltoetsen (<>) onder de te wijzigen letter.
5. Druk op de cijfertoetsen 1 t/m 9, afhankelijk van de letter die u wenst.
Als u bijvoorbeeld eenmaal of toets 2 drukt, wordt de letter D weerge-
geven. Drukt u nogmaals op 2, dan verschijnt de letter E. Drukt u een
derde maal op deze toets, dan ziet u de letter F, enz.
6. Wanneer de vereiste letter of het gewenste cijfer wordt weergegeven,
gebruikt u de pijltoetsen (<>) om naar de volgende letter te schuiven.
[1] - A, B, C, 1 [4] - J, K, L, 4 [7] - S, T, U, 7 [0] - Spatie
[2] - D, E, F, 2 [5] - M, N, O, 5 [8] - V, W, X, 8
[3] - G, H, I, 3 [6] - P, Q, R, 6 [9] - Y, Z, 9, 0
7. Wanneer u klaar bent met programmeren van het zonelabel, drukt u op
[,]. Schuif naar 'Opslaan' en druk nogmaals op [,].
8. Herhaal stap 3 t/m 7 totdat alle labels geprogrammeerd zijn.
ASCII-tekens
LCD-labels verzenden
Via het bediendeel 1 kan de LCD programmering worden gedaan. Alle program-
mering moet bij een SCW9055/9057 worden gedaan van uit het hoofdpaneel.
Labels worden verzonden naar alle andere WT5500 bediendelen welke zijn
ingelezen op het systeem. Gebruik navolgende handeling voor het verzenden
van de labels:
1. Programmeer bediendeel 1 (of SCW9055/9057) volledig.
2. Open de toetsenpaneelprogrammering in door te drukken op
[ , ][8][Installateurcode][ , ].
3. Toets in parameter [998] op [,] om alle label informatie te verzenden.
Opmerking: Deze bewerking kan een aantal minuten duren.
4. Wanneer het toetsenpaneel is voltooid, drukt u op de toets [#] om af te sluiten.
Opmerking: Labelverzending vanaf dit toetsenpaneel is alleen compa-
tibel met andere WT5500-toetsenpanelen (alleen PC9155).
Helderheid/contrast wijzigen
1. Druk op [,][6][hoofdcode].
2. Gebruik de pijltoetsen (<>) om naar de knop voor helderheid of con-
trast te schuiven.
3. Druk op [,] om de instelling te selecteren die u wilt aanpassen.
4. Helderheidsknop: Er zijn meerdere niveaus voor schermverlichting. Gebruik
de pijltoetsen (<>) om naar het gewenste niveau te schuiven.
Druk op [,] om een selectie te doen.
5. Contrastknop: Er zijn vier verschillende niveaus voor contrastweergave. Gebruik
de pijltoetsen (<>) om naar het gewenste contrastniveau te schuiven.
Druk op [,] om een selectie te doen.
6. Druk op [#] om af te sluiten.
Opmerking: Wanneer de batterij wordt gebruikt, gebruikt het toetsen-
paneel de omgevingslichtsensor om de helderheidsniveaus van
schermverlichting automatisch aan te passen om zo de batterijleven-
sduur te verlengen.
Het zoemerniveau wijzigen
1. Druk op [,][6][hoofdcode].
2. Gebruik de pijltoetsen (<>) om naar de zoemerknop te schuiven.
Druk op [,] om een selectie te doen.
3. Gebruik de pijltoetsen (<>) om naar het gewenste zoemerniveau van
de 21 beschikbare opties te schuiven.
4. Druk op [#] om af te sluiten.
Symbolen toetsenpaneel-LED's
Symbool
Als het lampje Gereed brandt, kan het sys-
Lampje Gereed (groen)
teem worden ingeschakeld.
Lampje Ingeschakeld Als het lampje Ingeschakeld brandt, is het
(rood) systeem al ingeschakeld.
Problemen met het sys- Geeft aan dat er een probleem is met het sys-
teem (geel) teem.
Geeft aan dat er wisselstroom aan het toet-
Wisselstroom (groen)
senpaneel wordt geleverd.
Proximity-tags (alleen WT5500P)
Lezer
proximity-tag
U kunt de proximity-tag gebruiken om elke toetsenpaneelfunctie uit te voeren
waarvoor normaal gesproken een gebruikerstoegangscode vereist is. U houdt
de tag eenvoudig voor het doelpictogram of links van het LCD-scherm van het
toetsenpaneel.
Proximity-tags registreren
Nadat u een tag via een bepaald toetsenpaneel hebt geregistreerd, wordt deze
automatisch op alle WT5500P-toetsenpanelen geregistreerd die op het
systeem zijn geregistreerd.
1. Voer [,][5][hoofdcode] in. Het menu Gebruikerscodebewerking select-
eren wordt geopend.
2. Voer een tweecijferige gebruikerscode in (01-16, 40) om aan de proxim-
ity-tag te koppelen. U kunt ook naar het tweecijferige gebruikersnummer
schuiven en op de toets [,] drukken. Het menu Nieuwe code bewerken
wordt geopend.
3. Voer de vier- of zescijferige nieuwe code in. Het LCD-scherm vraagt u om
uw proximity-tag te gebruiken. Druk anders op [#] om af te sluiten.
4. Houd uw proximity-tag voor het toetsenpaneel. Als de registratie is gelukt,
hoort u bevestigingstonen en geeft het LCD-scherm op het toetsenpaneel het
bericht 'Tag Enrolled Successfully' (Tag geregistreerd) weer. Als de proximity-tag
al is geregistreerd, hoort u een fouttoon. Het LCD-scherm geeft het bericht
'Duplicate Tag/User Code' (Dubbele tag/gebruikerscode) weer.
5. Het toetsenpaneel keert terug naar het menu Gebruikerscodebewerking
selecteren.
Proximity-tags verwijderen
Verwijder de proximity-tags uit het systeem wanneer deze zijn kwijtgeraakt of
niet meer nodig zijn.
1. Voer [,][5][hoofdcode] in het toetsenpaneel in.
2. Op het toetsenblok verschijnt het gebruikersnummer en, als een nabij-
heidstag is geprogrammeerd, de letter 'T'.
3. Voer de te verwijderen gebruikerscode in of selecteer deze.
Beschrijving 4. Druk op [,] om zowel de gebruikerscode als de proximity-tag te verwijderen.
Opmerking: De gebruikerscode kan alleen afzonderlijk worden verwi-
jderd.
Opmerking: Gebruiker 40 – De hoofdcode kan niet worden verwi-
jderd; bij een poging hiertoe wordt alleen de proximity-tag verwi-
jderd.
Opmerking: Een gebruikerscode moet na verwijdering opnieuw wor-
den geregistreerd voordat deze opnieuw kan worden gebruikt.
Systeem is gereed
voor inschakeling
<>