Batterijen Vervangen - Lanaform IRT-100 Mode D'emploi

De opgeroepen metingen zijn de laatste
3
32 resultaten uit het geheugen.
De thermometer wordt automatisch
4
uitgeschakeld na 12 seconden inactiviteit.
11. TEMPERATUURSCHAAL WIJZIGEN
Houd bij uitgeschakelde thermostaat de
1
aan-uitknop 8 seconden ingedrukt om naar
de temperatuurmodus te gaan. De huidige
temperatuureenheid wordt weergegeven.
Druk opnieuw op de aan-uitknop om de
2
°C/°F-eenheid in of uit te schakelen.
Als de thermometer langer dan 12 seconden niet
3
wordt gebruikt, wordt hij automatisch uitgescha-
keld en wordt de laatste meting weergegeven.

12. BATTERIJEN VERVANGEN

Als het batterijpictogram knippert, zijn de batterijen bijna
leeg. Plaats dan onmiddellijk nieuwe batterijen door de
onderstaande eenvoudige stappen te volgen:
Schuif het batterijklepje in de aange-
1
geven richting en neem het weg.
Plaats de twee AAA-batterijen in het vak en
2
let daarbij op de aangegeven polariteit.
Plaats het batterijklepje terug.
3
Het is belangrijk dat de batterijen
report_p
correct zijn geplaatst om te voorkomen
dat de thermometer beschadigd raakt.
De batterijen moeten worden
report_p
vervangen als op het display het lage-
batterijspanningssymbool wordt weergegeven.
Gebruik altijd batterijen van hetzelfde type.
report_p
Gooi de lege batterijen weg overeenkomstig
het plaatselijke milieubeleid.
De thermometer wordt geleverd
report_p
met batterijen. Open het batterijklepje
en verwijder het isolatiestuk.
13. REINIGEN
Verwijder de batterijen alvorens
1
de thermostaat te reinigen.
Reinig de temperatuursonde met een zacht
2
doekje. Reinig de lens van de tempera-
tuursonde met een wattenstaafje.
Veeg het thermometerhuis af met
3
een zacht, licht vochtig doekje.
Let er tijdens het reinigen op dat er geen
report_p
water in de lens komt om te voorkomen
dat de lens beschadigd raakt.
Reinig de lens niet met een hard
report_p
voorwerp om krassen en onnauwkeurige
metingen te voorkomen.
Reinig de thermometer niet met bijtende
report_p
reinigingsmiddelen. Dompel tijdens het
reinigen geen onderdelen van de thermometer
onder in een vloeistof en let erop dat er
geen vloeistof in de thermometer komt.
14. ONDERHOUD
Preventieve inspectie en onderhoudsperiode:
Controleer wekelijks of normaal gebruik van de
1
thermometer tot gevaarlijke situaties kan leiden
door bijvoorbeeld een gebroken lens, een gebarsten
omhulsel of een vuile sensorkop. Gebruik de
thermometer niet als dat het geval is. Maak een
lang niet gebruikte thermometer eerst schoon.
Reinig telkens na gebruik de temperatuursonde
2
zoals beschreven in het hoofdstuk Reinigen.
Bewaar de thermometer op een droge,
3
stofvrije en goed geventileerde plaats. Zorg
ervoor dat de thermometer niet is blootgesteld
aan zonlicht. Zorg ervoor dat de opslag- en
transportomgeving aan de eisen voldoet.
Controleer regelmatig op veiligheidsrisico's.
4
Verwijder de batterijen als de thermometer
5
langer dan twee maanden niet wordt gebruikt.
15. healing PROBLEMEN OPLOSSEN
sentimen De foutmelding Hi wordt weergegeven.
help_out De temperatuur van het apparaat
is > 42,2°C (108°F) .
sentimen Controleer ofof het apparaat wordt gebruikt
binnen het in de specificaties aangegeven
temperatuurbereik van 16°C tot 35°C.
Laat het apparaat equilibreren bij een
temperatuur van 16°C tot 35°C en wacht 15
minuten alvorens het te gebruiken.
sentimen De foutmelding Lo wordt weergegeven.
help_out De temperatuur van het apparaat is < 32°C (89,6°F) .
sentimen Controleer of het apparaat wordt gebruikt
binnen het in de specificaties aangegeven
temperatuurbereik van 16°C tot 35°C.
Laat het apparaat equilibreren bij een
temperatuur van 16°C tot 35°C en wacht 15
minuten alvorens het te gebruiken.