Gebruiksaanwijzing voor de gebruiker
10.6. Cabinelicht
Cabinelicht inschakelen
1. Selecteer met de draaiknop 1 het lichtsymbool. Druk de knop dan
kort in om het cabinelicht in te schakelen.
► Het cabinelicht wordt ingeschakeld.
► Op het display verschijnt „Licht aan"
Cabinelicht uitschakelen
2. Voor het uitschakelen van het cabinelicht de draaiknop 1 opnieuw
indrukken.
► Het cabinelicht wordt uitgeschakeld.
► Op het display verschijnt „Licht uit"
10.7. Ventilator
Ventilator inschakelen
3. Selecteer met de draaiknop 1 het ventilatorsymbool. Druk de knop
dan kort in om de ventilator in te schakelen.
► De ventilator wordt ingeschakeld.
► Op het display verschijnt „Ventilator aan"
Ventilator uitschakelen
4. Voor het uitschakelen van de ventilator de draaiknop 1 opnieuw
indrukken.
► De ventilator wordt uitgeschakeld.
► Op het display verschijnt „Ventilator uit"
Pag. 40/64