Questo gancio di traino consente di montare su di esso ulteriori dispositivi di traino (ad es. della classe A50-X, C50, S ecc.).
La distanza del punto di accoppiamento del gancio di traino a sfera deve essere compresa tra un minimo di 72 mm ed un
massimo di 114 mm dalla superficie di fissaggio "a" verso la parte posteriore, e di 29 mm al massimo dai punti di fissaggio
superiori "a" verso l'alto. È consentito il fissaggio del gancio di traino a sfera classe A50-X, tipo 329 059, numero di autorizzazione
ai sensi della direttiva 94/20/CE: e13 00-0128, valore D massimo: 23,5 kN, carico massimo ammesso: 150 kg.
La distanza del punto di accoppiamento del giunto a pioli automatico dalla superficie di fissaggio "b" verso il lato posteriore deve
essere compresa tra un minimo di 80 mm e un massimo di 100 mm, mentre la distanza dai punti di fissaggio superiori "b" verso il
basso deve essere compresa tra minimo 23 mm e massimo 33 mm. È possibile fissare un giunto a pioli automatico classe S, tipo
243U115E, numero di autorizzazione ai sensi della direttiva 94/20/CE: e1 00-0031.
In caso di montaggio di altri componenti, osservare le indicazioni del produttore nelle istruzioni di montaggio corrispondenti ed
accertarsi che la lunghezza delle viti sia sufficiente.
Dopo il montaggio dei dispositivi di traino è necessario spostare la targa.
Attenzione: Nel caso di veicoli (ad es. mod. XL) con uno sbalzo posteriore di 1710 mm (distanza tra assale posteriore e spigolo
del veicolo) non sono presenti i fori "c" nei longheroni. In questo caso sono necessari elementi di fissaggio supplementari. Gli
elementi di fissaggio sono reperibili con il numero d'ordine 906 270 650 003. I sostegni 2 e 3 vanno quindi montati in posizione
"c" secondo le istruzioni di montaggio corrispondenti.
Det kan tilkobles ytterligere tilhengerfester (f.eks. klasse A50-X, C50, S, osv.) til dette tilhengerfestet.
Avstanden mellom koplingspunktet tilhørende en koplingskule med holdeinnretning og påskruningsflaten ved "a" må være minst
72 mm og maks. 114 mm bakover, samt maks. 29 mm opp fra de øverste festepunktene "a". Her kan man skru på koplingskulen
med holdeinnretning av klasse A50-X, type 329 059, godkjennelsesnummer iht. norm 94/20/EF: e13 00-0128, maks. D-verdi: 23,5
kN, maksimal støttelast 150 kg.
Avstanden mellom koplingspunktet tilhørende en automatisk boltekopling og påskruningsflaten ved "b" må være minst 80 mm og
maks. 100 mm bakover, samt minst 23 mm og maks. 33 mm ned fra de øverste festepunktene "b". Her kan man skru på den
automatiske boltekoplingen av klasse S, type 243U115E, godkjennelsesnummer iht. norm 94/20/EF: e1 00-0031.
Hvis det monteres andre komponenter her, må man følge produsentens angivelser i respektive monteringsanvisninger og sørge
for at skruelengdene er tilstrekkelige.
Etter montering av tilhengerfestet, må nummerskiltet flyttes.
OBS: Ved kjøretøy (f.eks. modell XL) med et bakre fremspring på 1710 mm (avstand fra bakre aksel til kjøretøyets ende),
mangler boringene i lengdedragerne ved "c". Er dette tilfelle, er man nødt til å ta i bruk ekstra festeelementer. Festeelementene
kan bestilles via bestillingsnummer 906 270 650 003. Støttene 2 og 3 må da monteres ved "c" i henhold til
monteringsanvisningen.
Op deze trekhaak kunnen weer andere trekhaken (waaronder klasse A50-X, C50, S) gemonteerd worden.
De afstand van het koppelpunt van een koppelingskogel met houder mag naar achteren niet kleiner zijn dan 72 mm en niet groter
zijn dan 114 mm, gemeten vanaf het schroefvlak bij „a". Naar boven moet de afstand maximaal 29 mm bedragen, gemeten vanaf
de bovenste bevestigingspunten "a". Hier kan de koppelingskogel met houder klasse A50-X, type 329 059, goedkeuringsnummer
conform richtlijn 94/20/EG: e13 00-0128, maximale D-waarde: 23,5 kN, maximale verticale draagkracht: 150 kg erop geschroefd
worden.
De afstand van het koppelpunt van de automatische boutkoppeling mag naar achteren minimaal 80 mm en maximaal 100 mm
bedragen, gemeten vanaf het schroefvlak bij „b"; naar onderen toe mag de afstand minimaal 23 mm en maximaal 33 mm
bedragen, gemeten vanaf bevestigingspunten "b". Hier kan de automatische boutkoppeling klasse S, type 243U115E,
goedkeuringsnummer volgens richtlijn 94/20/EG: e1 00-0031 erop geschroefd worden.
Indien hier andere montagedelen worden gemonteerd, de fabrikantinstructies in de desbetreffende montagehandleidingen in acht
nemen en voor voldoende schroeflengte zorgen.
Na de montage van de trekhaken moet de nummerplaat verplaatst worden.
Attentie: Bij de voertuigen (bijv. uitv.) XL) waarvan de afstand tussen achteras en voertuigeinde 1710 mm bedraagt, ontbreken
de boringen in de langsliggers bij „c". In dit geval zijn extra bevestigingselementen nodig. De bevestigingselementen kunnen
onder bestelnr. 906 270 650 003 besteld worden. De steunen 2 en 3 moeten bij „c" volgens de aanvullende montageinstructies
gemonteerd worden.
9
306 359 691 101 - 004