Defibrillatie
N.B.
Defibrillatie dient uitsluitend te worden uitgevoerd via defibconnectoren. Volg de
veiligheidsmaatregelen op voor gebruik van defibrillatoren.
Opmerking
•
Geef gemiddeld niet meer dan 2 x 360 J per minuut om oververhitting te voorkomen.
•
De borstkas van de oefenpop moet droog gehouden worden. Zorg ervoor dat de oefenpop
droog blijft als de infuusarm wordt gebruikt.
•
Gebruik geen geleidende gel of geleidende defibrillatiepads (voor gebruik bij patiënten) om
de vorming van putjes in de borstkas te voorkomen.
Long
De simulator is voorzien van één wegwerplong (eenzijdig).
Maag
32
Gebruik (vervolg)
Gebruik
Defibconnectoren en
ECG-connectoren kunnen
worden gebruikt met
een AED of handmatige
defibrillator.
Druk zachtjes op de
maag om de lucht eruit
te laten lopen.