Nederlands
Functies van de beschermkap
–
Controleer voor gebruik altijd of de be
schermkap goed sluit. Gebruik de zaag
niet wanneer de beschermkap niet vrij be
wogen kan worden en niet direct sluit.
Klem of bind de beschermkap nooit vast;
daardoor zou het zaagblad onbeschermd
zijn. Mocht de zaag per ongeluk op de
grond vallen, dan kan de beschermkap
worden verbogen. Zorg ervoor dat de be
schermkap vrij beweegt en bij alle zaag
hoeken en -dieptes noch het zaagblad noch
andere delen raakt.
–
Controleer de toestand en werking van de
veer voor de beschermkap. Werken de be
schermkap en de veer niet foutloos, wacht
dan met het gebruik van het apparaat. Be
schadigde delen, plakkerige afzettingen of
ophopingen van spaanders zorgen ervoor
dat er bij de werking van de beschermkap
vertraging optreedt.
Beveilig bij de „invalzaagsnede" die niet in
–
een rechte hoek uitgevoerd wordt, de
grondplaat van de zaag tegen het zijde
lings verschuiven. Verschuiven in zijwaart
se richting kan ertoe leiden dat het zaag
blad beklemd raakt en een terugslag ver
oorzaakt.
Leg de zaag niet op de werkbank of op de
–
grond zonder dat de beschermkap het
zaagblad afdekt. Een onbeschermd, nalo
pend zaagblad beweegt de zaag tegen de
zaagrichting in en zaagt wat het op zijn weg
tegenkomt. Houd hierbij rekening met de
nalooptijd van de zaag.
Werking van de geleidenok [5-5]
a.
Gebruik het voor de geleidenok passende
zaagblad. Om ervoor te zorgen dat de ge
leidenok werkt, moet het stamblad van het
zaagblad dunner zijn dan de geleidenok en
de tandbreedte meer dan de dikte van de
geleidenok bedragen.
b.
Gebruik de zaag niet met een verbogen
geleidenok. Door een kleine storing kan
vertraging optreden bij het sluiten van de
beschermkap.
2.3
Overige veiligheidsvoorschriften
–
Voorkom verstopping in de beschermkap
(bijv. bij kunststof), omdat anders de veilig
heidsfunctie nadelig kan worden beïnvloed.
Tijdens het werken kunnen schadelijke/
–
giftige stoffen ontstaan (bijv. bij loodhou
dende verf, enkele houtsoorten en me
taal). Asbesthoudend materiaal mag al
58
leen door geschoolde personen worden
bewerkt. Voor de gebruiker van de machi
ne of voor personen die zich in de buurt van
de machine bevinden kan het aanraken of
inademen van deze stoffen gevaarlijk zijn.
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht
die in uw land van toepassing zijn.
Draag ter bescherming van uw ge
zondheid een P2-stofmasker.
–
Elektrisch gereedschap van Festool mag
alleen worden ingebouwd in werktafels
die hiervoor door Festool bedoeld zijn.
Door inbouw in andere of zelfgemaakte
werktafels kan het elektrisch gereedschap
onveilig worden, met mogelijk ernstige on
gevallen als gevolg.
Gebruik het elektrisch gereedschap niet in
–
de regen of in een vochtige omgeving.
Vocht in het elektrisch gereedschap kan tot
kortsluiting en brand leiden.
Geen netvoeding of accupacks van andere
–
leveranciers voor het gebruik van het ac
cugereedschap toepassen. Geen oplaad
apparaten van andere leveranciers voor
het laden van de accupacks gebruiken. Het
gebruik van accessoires die niet door de fa
brikant worden voorgeschreven, kan tot
een elektrische schok en/of ernstig letsel
leiden.
2.4
Aluminiumbewerking
Bij de bewerking van aluminium dient
men zich uit veiligheidsoverwegingen te houden
aan de volgende maatregelen:
–
Machine aansluiten op een geschikt afzuig
apparaat.
–
Machine regelmatig ontdoen van stofafzet
tingen in het motorhuis.
–
Gebruik een aluminium zaagblad.
–
Sluit het kijkvenster/ de bescherming tegen
stof en spanen.
Draag een veiligheidsbril!
–
Bij het zagen van platen dienen de zaagbla
den met petroleum te worden ingesmeerd,
dunwandige profielen (tot 3 mm) kunnen
zonder smeren worden bewerkt.
2.5
Emissiewaarden
De volgens EN 62841 bepaalde waarden bedra
gen gewoonlijk: