Wireless-G-breedbandrouter
Welke IEEE 802.11b-functies worden ondersteund?
Het product ondersteunt de volgende IEEE 802.11b-functies:
• CSMA/CA plus bevestigingsprotocol
• Roaming over meerdere kanalen
• Automatische snelheidselectie
• RTS/CTS-functie
• Fragmentatie
• Energiebeheer
Wat is de ad-hocmodus?
Als een draadloos netwerk is ingesteld op de ad-hocmodus, zijn de computers die op het draadloze netwerk zijn
aangesloten, geconfigureerd om rechtstreeks met elkaar te communiceren. Het ad-hoc draadloze netwerk
communiceert niet met een bekabeld netwerk.
Wat is infrastructuurmodus?
Als een draadloos netwerk is ingesteld op infrastructuurmodus, is het draadloze netwerk geconfigureerd om met
een bekabeld netwerk te communiceren via een draadloos toegangspunt.
Wat is roaming?
Roaming betekent dat het mogelijk is voor een gebruiker van een draagbare computer om continu te
communiceren terwijl de gebruiker zich vrij kan verplaatsen in een gebied dat groter is dan het bereik van een
enkel toegangspunt. Voordat u de roamingfunctie gebruikt, moet het werkstation controleren dat deze hetzelfde
kanaalnummer heeft als het toegangspunt van het toegewezen draadloze bereik.
Om een werkelijk feilloze verbinding te verkrijgen, moet een aantal functies onderdeel uitmaken van het
draadloze LAN. Zo moeten elk knooppunt en toegangspunt altijd ontvangst van elk bericht bevestigen. Elk
knooppunt moet contact houden met het draadloze netwerk zelfs als er geen gegevens worden verzonden. Om
de functies gelijktijdig te kunnen laten werken, is dynamische RF-netwerktechnologie nodig waarmee
toegangspunten en knooppunten aan elkaar worden gekoppeld. In een dergelijk systeem wordt door het
eindknooppunt van de gebruiker gezocht naar de best mogelijke toegang tot het systeem. Eerst worden factoren
geëvalueerd als signaalsterkte en -kwaliteit, evenals de berichtenlast die op dat moment over elk toegangspunt
loopt en de afstand van elk toegangspunt tot de bekabelde backbone. Op basis van deze informatie, wordt door
het knooppunt het juiste toegangspunt geselecteerd en wordt het knooppuntadres geregistreerd. Communicatie
tussen het eindknooppunt en hostcomputer kunnen dan via de backbone worden verzonden en ontvangen.
Als de gebruiker zich verplaatst, wordt het systeem regelmatig gecontroleerd door de RF-zender van het
eindknooppunt en wordt bepaald of er nog verbinding bestaat met het oorspronkelijke toegangspunt en of naar
een nieuw toegangspunt moet worden gezocht. Als door een knooppunt geen bevestigingen meer worden
ontvangen van het oorspronkelijke toegangspunt, wordt een nieuwe zoekbewerking uitgevoerd. Nadat een nieuw
toegangspunt is gevonden, wordt het knooppunt opnieuw aangemeld en wordt het communicatieproces
voortgezet.
Bijlage A: Probleemoplossing
Veelgestelde vragen
56