7. Gebruik van elk component
AANDACHTSPUNTEN EN VOORZORGEN BIJ HET STARTEN
WAARSCHUWING:
Voordat u de motor start, controleer of de olie en de brandstof op het goede peil staan.
Als de motor wordt gestart moet de hoofdstandaard stevig op de grond staan en de achterrem
geactiveerd. Dit voorkomt dat de scooter plotseling naar voren schiet.
Draai de contactsleutel op de "ON" stand.
1. Activeer de rem op het achterwiel.
2. Versnel niet, druk op de starterknop als de rem geactiveerd is.
WAARSCHUWING:
Om schade aan de startermotor te oorkomen, moet u de startknop niet langer dan 15 seconden
achter elkaar indrukken.
Wanneer na 15 seconden de motor nog steeds niet start, wacht dan 10 seconden voor u opnieuw
probeert.
Het is moeilijker om de motor te starten nadat hij een lange tijd stil heeft gestaan of wanneer u pas
tankt nadat de tank volledig leeg was. U moet dan meermaals starten met de startknop en het
gashendel activeren om de motor te starten.
Bij een koude start kan het een aantal minuten duren voor de motor opwarmt.
De uitstoot bevat schadelijke gassen (CO), start daarom u scooter enkel op een goed
geventileerde plaats.
DE BESTE MANIER OM TE VERTREKKEN
Gebruik de richtingaanwijzer voordat u wegrijdt en verzeker u ervan dat er geen voertuig achter u komt.
Pas dan kunt u vertrekken.
97