BB&3(B%ERRN 6HLWH 'RQQHUVWDJ 1RYHPEHU
9. Vul zo veel water in de ketel|3, tot de
bovenste inmaakglazen ongeveer 3/4
in het water staan.
10. Plaats het deksel|1 op de ketel|3.
11. Stel de temperatuur en de inmaakduur
in.
12. Start het inmaakproces door op de
knop Start/Stop|6 te drukken.
13. Zodra de inmaakduur is afgelopen,
plaatst u een hittebestendige schaal on-
der de tapkraan|5.
14. Druk op de taphendel|4 om het water
uit de ketel|3 af te tappen.
15. Laat de inmaakpotten afkoelen, voor-
dat u ze uit de ketel|3 haalt.
AANWIJZING: nog warme inmaakpotten
reageren gevoelig op tocht. Laat ze daarom
zo mogelijk in de ketel|3 staan, totdat ze he-
lemaal zijn afgekoeld. Wanneer u het appa-
raat al eerder weer nodig hebt, kunt u de
warme potten ook verwijderen, op een
handdoek plaatsen en met een andere
handdoek bedekken totdat ze volledig zijn
afgekoeld.
16. Schrijf de inhoud en de inmaakdatum
op de potten.
17. Bewaar het ingemaakte product droog,
donker en koel, dan is het tot en met
een jaar houdbaar.
26
NL
6.3
Vloeistoffen en soepen
warm houden
Deze inmaakautomaat is uitstekend geschikt
om bisschopswijn, chocolademelk, soepen
en eenpansgerechten warm te houden.
WAARSCHUWING voor materiële
schade!
Let erop dat zich nooit te veel vloeistof in het
apparaat bevindt. Het vloeistofpeil moet al-
tijd lager zijn dan MAX. Bij te veel vloeistof
kan dit overlopen.
1. Vul de vloeistof in de ketel|3.
2. Plaats het deksel|1 op de ketel|3.
3. Stel op de draaiknop voor tempera-
tuur|6 de gewenste temperatuur in.
- De temperatuur wordt in stappen van
1 °C verhoogd;
- Iedere 5 °C weerklinkt een geluids-
signaal;
- De ingestelde temperatuur wordt op
het display voor de ingestelde tempe-
ratuur|10 weergegeven.
4. Stel geen tijd in, maar druk op de
draaiknop TIMER|7.
- Op het display verschijnt een liggen-
de "8".
5. Druk op de toets Start/Stop|6.
- Het apparaat warmt op;
- Zodra de ingestelde temperatuur is
bereikt, weerklinken geluidssignalen;
- Het apparaat verwarmt zolang tot u
opnieuw op de toets Start/Stop|6
drukt.
6. Roer de vloeistof regelmatig door, zo-
dat de warmte zich gelijkmatig ver-
deelt en er niets aan de bodem gaat
vastzitten.
7. Zuivere vloeistoffen zonder vaste be-
standdelen kunnen via de tapkraan|5
worden afgetapt. Druk hiervoor de ta-
phendel|4 omlaag.