14. BEVEILIGINGEN EN ALARMEN SCHAKELBORD
De beveiligingen en de alarmen worden gesignaleerd op het schakelbord doordat de betreffende leds gaan
branden, en op afstand via de relais Q1, Q2, Q3.
Algemene alarmentabel: signaleringen en contacten
Naam alarm/storing
Alarm
incoherentie relais
bediening pompen
Alarm
ontbreken fase
- KK
Alarm
droog-
draaien
Alarm
beveiliging tegen
snelle starts
Alarm
overstroom
Alarm
afkomstig van R
Alarm
afkomstig van N
Alarm
druk-
sensor
Alarm incoherentie
vlotters
Alarm
Incoherentie
dip-switches
Alarm
incoherentie
drukknoppen
Algemeen
alarm
pomp P1+P2
Geeft het aantal keer aan dat de verlichte led knippert.
Vast brandende led.
**
Als er zich op beide pompen tegelijkertijd storingen/alarmen zouden voordoen, wordt het
AFSTANDSALARM (relais Q1,Q2,Q3) geactiveerd en gaat het ALGEMENE ALARM (rood) vast
branden.
*
Het overstroomalarm kan zich maximaal 6 keer voordoen in 24 uur, daarna wordt het een blokkerend
alarm.
NEDERLANDS
Signalering led
frontpaneel
**
**
**
**
**
87
Eigenschappen van
het alarm
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
*
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Signalering op afstand
X
X
**
X
X
**
X
X
X
X
X
X
X
X
**
X
X
X
X
X