Zowel bij de werking met sensor als bij de werking met drukschakelaars is er een
automatische afwisseling van de inschakelvolgorde van de twee pompen bij elke start,
of een afwisseling tussen de twee pompen elke 24 uur, afhankelijk van de gekozen
eling in DS_A2.
De twee pompen zullen altijd afwisselend worden gestart met een interval van minstens
2 seconden ertussen.
12. VULFUNCTIE
Bij het vullen worden de vlotters, indien aanwezig, in deze volgorde gepositioneerd:
elektrosondes
12.1 Werking met 2 vlotters
Bij de werking met 2 vlotters start de pomp P1 als het contact van vlotter B gesloten is, terwijl de pomp P2
start als het contact van vlotter C gesloten is.
Beide pompen stoppen als het contact van vlotter B open is.
In de volgende tabel wordt het beschreven gedrag samengevat:
12.2 Werking met 3 vlotters
Bij de werking met 3 vlotters start de pomp P1 als het contact van vlotter B gesloten is, terwijl de pomp P2
start als het contact van vlotter C gesloten is.
De pompen stoppen als het contact van de vlotters A+B+C open is, dat het maximumniveau voor beide
pompen controleert.
In de volgende tabel wordt het beschreven gedrag samengevat:
SCHAKELBOR
Sequens
START
Vlotter B = NC
STOP
Vlotter B = NO
Sequens
Pomp P1
START
Vlotter B = NC
Vlotter A+B+C = NO
STOP
NEDERLANDS
Pomp P1
83
Pomp P2
Vlotter C = NC
Vlotter B+C = NO
Pomp P2
Vlotter C = NC
Vlotter A+B+C = NO